brodernabunyak.reismee.nl

Manhattan aan de Mekong

Onderstaand verhaal is eerder gepubliceerd op Nuzakelijk.nl. Voor deze blog is het verhaal een beetje herschreven. Het is bedoeld als overgangsstuk tussen beide blogs, aangezien Nuzakelijk.nl heeft besloten om met de reguliere blogs te stoppen. Ik ga op deze plaats de frequentie wat verhogen en op www.solasfood.com zal ik binnenkort met een Engelstalige blog starten met – hopelijk – dezelfde toon als in de stukjes op Nuzakelijk.nl; wat zakelijker en met vooral ondernemen als onderwerp. De stukken op deze blog blijven 'prive'; observaties over mijn leven hier in China.



Manhattan aan de Mekong


De honderd (!) nieuwe appartementscomplexen torenen hoog uit boven de brede maar desondanks verrassend snel stromende Mekong. De gebouwen en de temidden daarvan liggende 18-holes golfbaan zijn in twee jaar tijd neergezet. De ontwikkeling van 'Jinghong, Nieuwe Stijl' is in volle gang.


Bij die honderd blokken blijft het niet. Aan de overkant van de rivier ligt een strook land waarop Jinghong's grootste onroerend goed ontwikkelaar Huacheng een project van vergelijkbare megalomanie realiseert, inclusief kathedraal-achtige Laotiaans-Boeddistische tempel. Aan de andere kant van het tot voor kort lome, Zuid-Oost Aziatisch aandoende stadje komt Wanda, China's machtigste ontwikkelaar van hotel sites, haar stempel drukken op de ontwikkelingen met de bouw van vijf vijfsterren hotels in een groot theme-park. Over de komst van Crown Plaza, Sheraton en het nieuwe vliegveld schreef ik al eerder. Naast al die enorme sites is de stad doorspekt van kleinere bouwprojecten – woningen, kantoren, winkelcentra.


Mijn handelspartner Erik Heinen, eigenaar en inspirator van Erik's Delicatessen in Amsterdam-Oost, is naar China gekomen om de boel eens te bekijken en mijn ideeen over het creeren van een goede bakkerij en deli in Chengdu op de korrel te nemen. Ik heb hem in eerste instantie gedropt in het midden van Yuexiu, Guangzhou's oude binnenstad, om hem vervolgens naar het platteland van Xishuangbanna te transporteren. Want ondanks alle ontwikkelingen is Jinghong en het omliggende Xishuangbanna nog steeds platteland. Zeker voor 'Big City' Chinezen.


De ervaringen in zowel Guangzhou als Xishuangbanna zijn tamelijk overweldigend voor Erik. Tussen onze gesprekken en discussies over onze gezamenlijke handelsactiviteiten door loopt Erik vooral met zijn camera te klikken en verzucht hij regelmatig: “Ongelooflijk... ongelooflijk...”. Via zijn verbijstering komt bij mij het gevoel terug van mijn eerste weken in China. Ik ben die verbijstering gelukkig nooit helemaal kwijtgeraakt maar door het zien van Erik's reacties voel ik toch mijn gewenning aan die overweldigende ervaringen.


Want die ervaringen zijn met geen woorden te beschrijven en op geen foto te vatten. Om de enormiteit en complexiteit van Chinese steden te kunnen begrijpen moet je ze zelf ervaren en het gevoel van in het diepe te springen meemaken. Wanneer ik tijdens lange ritten in taxi's geen einde zie komen aan de gebouwen van veertig hoog of meer en weet dat ik in een van de honderden soortgelijke steden rondrijd, voel ik twee dingen: verwondering over hoe dat tot stand heeft kunnen komen in dertig jaar tijd en plaatsvervangende schaamte over de ongenuanceerde uitspraken die Westerse politici, economen en online-reageerders doen over China. Altijd weer dat opgeheven vingertje van onder andere Nederlandse premiers die, zonder ooit in China te zijn geweest, de politici in Beijing die al dit machtigs tot stand hebben laten komen wel even vertellen hoe de wereld in elkaar zit. Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat de machthebbers in China lieverdjes zijn. Ik zeg dat wij vanuit Nederland simpelweg niet kunnen begrijpen wat er voor nodig is om een land met zoveel complexiteit te besturen.


Ik kreeg dan ook twee heel onderscheiden reacties van mensen op mijn meer politiek geladen stukjes op Nuzakelijk.nl. Instemmende van mensen die in China zijn of zijn geweest en afkeurende van mensen die dat niet zijn. De reden daarvoor is dat je pas gaat snappen hoezeer je China nooit gaat snappen wanneer je er geweest bent.

Beijing!

Dan, na bijna drie jaar in China, ga ik voor het eerst naar Beijing. Lang naar uitgekeken, maar de realiteit is dat ik niet snel terug zal gaan, in ieder geval niet voor mijn lol. Begrijp me goed, de stad is zeer indrukwekkend in haar omvang, architectuur, historie en hectiek, waarover hieronder meer. Maar ook vreselijk om je in te moeten bewegen en dat moest ik nogal in verband met het thema van het bezoek: onderzoek doen naar restaurants en winkels waar Westerse voedingswaren worden verkocht in het kader van het lopende marktonderzoek voor Solas Food & Trading. Dus de hele stad door met een lijst van te bezoeken locaties onder de arm die we vooraf via internet en persoonlijke contacten hadden geresearched.


Probleem 1: taxi's. De taxichauffeurs in Beijing hebben onder Chinezen een beetje dezelfde reputatie als Amsterdamse taxichauffeurs onder Nederlanders hebben. Grappig en lollig maar ook arrogant en pedant. Voeg daar ook nog maar rascistisch aan toe. Ik heb op andere plekken in China ook al ervaren dat vrije taxi's buitenlanders nogal eens laten staan om twintig meter verderop wel een Chinees op te pikken. Dat laat zich misschien goedpraten doordat de taxichauffeurs zich schamen omdat ze geen Engels spreken en ze natuurlijk niet aan je kunnen zien dat je je aardig kan redden in het Chinees. In Beijing gebeurde het zoveel, dat ik op een gegeven moment een testje heb gedaan. Karen, mijn Chinese assistente, probeerde een taxi aan te houden nadat ik me achter een bosje had verstopt. Vrijwel onmiddellijk stopte er een taxi voor haar neus. En dat nadat we de twintig minuten daarvoor met zijn beiden een stuk of vijf lege taxi's langs hadden zien scheuren. Toeval? Denk het niet, want de avond ervoor probeerde ik in mijn eentje een taxi te vinden. Duurde een half uur en de zoveelste lege taxi die langskwam en uiteindelijk stopte kreeg de volle laag van een inmiddels bijna schuimbekkende Nuhi. Misschien gebeurt dat wel vaker en hebben ze geen zin in vloekende buitenlanders. Maar die verklaring levert natuurlijk wel een kip-ei-probleem op: wat was er eerst, voorbijrijdende lege taxi's of tierende buitenlanders?


Dan probleem 2: het verkeer. Het is natuurlijk iedereen bekend dat Beijing een klein verkeersprobleempje heeft. Wanneer dat enigszins voorspelbare vertragingen oplevert, zoals in Nederland gedurende de spits, kan je daar nog rekening mee houden. Mijn ervaringen in Beijing zijn anders. Op zaterdagmiddag geen vuiltje aan de lucht – figuurlijk dan, want de lucht is toch behoorlijk vuil – maar op zondagochtend dikke opstoppingen. En op maandagochtend tijdens de spits weer niets. Maar midden op de ochtend weer wel. Onbegrijpelijk. Maar samen met het taxiprobleem maakt het het voortbewegen door Beijing vrijwel onplanbaar. Waardoor je, wanneer je een belangrijke afspraak hebt, maar een auto met chauffeur moet huren om op tijd te komen. Wat ongeveer twee keer zo duur is als een taxi.


Dan de mooie kanten, want die zijn er natuurlijk ook. Ik word iedere keer weer getroffen door de enormiteit van Chinese steden en Beijing vertegenwoordigt daar natuurlijk de overtreffende trap in. Gelukkig kan ik tijdens de lange taxiritten om me heen kijken en van het uitzicht genieten, anders was mijn frustratie nog veel groter geweest. De mengeling van onovertroffen moderniteit en eveneens onovertroffen achtergeblevenheid in ruimtelijke ordening en architectuur werd in Beijing regelmatig zichtbaar. De meest moderne gebouwen in de ene kilometer, afgewisseld met oude, half vervallen gebouwen in de volgende kilometer van dezelfde straat. En daarna weer nieuwe, glimmende combinaties van staal en glas in de daaropvolgende sectie.


Wat ik ook een vreemde combinatie vond, was het samenkomen van winkels van internationale 'brands' zoals Valentino's en Armani met 'seedy' bars en dansgelegenheden op Sanlitun Road, de meest bekende 'barstreet' van China waar veel toeristen en in Beijing wonende expats komen. Ik ben tijdens een avondje op die straat wel twintig keer benadert met de vraag “Lady bar? Lady bar?” terwijl ik langs de etalages van voornoemde 'brands' liep. In andere steden liggen die twee 'functies' toch meestal niet dicht bij elkaar, laat staan in dezelfde straat.


Op de zondag tijdens ons bezoek van een week hebben Karen en ik wat toeristische dingen gedaan. Tian'anmen Plein (groooooot!!), Verboden Stad (groooooot!!) en de CCTV Tower (rraaarrr!!) stonden op het programma, zie foto's.


Gezien alle beveiliging op Tian'anmen denk ik dat ze daar niet zo snel meer een betoging gaan organiseren. Het plein heeft volgens mij de hoogste camera-dichtheid ter wereld. Daarnaast moet je om het centrale deel van het plein op te komen door een beveilingssluis zoals we die allemaal van het vliegveld kennen: röntgenapparatuur, metaaldetectors en fouilleren. Meest opvallend qua architectuur vond ik de enorme Hal van Het Volk, alwaar Het Volk niet welkom is volgens Karen. En natuurlijk het mausoleum van Mao, gebouwd als toegangspoort voor de Verboden Stad in de vijftiende eeuw en na Mao's dood van zijn nieuwe functie voorzien.


De Verboden Stad had ik eigenlijk niet ingewild maar de zaterdagavond voor ons toeristisch dagje spraken we af met David die me op het hart drukte er wel naar toe te gaan. David is de Engelse journalist die ik anderhalf jaar geleden in Jinghong leerde kennen omdat hij de research deed voor Lonely Planet in de provincie Yunnan en die jullie je wellicht nog herinneren uit eerdere verhalen onder zijn bijnaam 'Baijiu David'. Ik ben blij dat ik zijn advies heb opgevolgd want ik heb in mijn dagen al wel wat kasteeltjes gezien maar dit overtreft alles. Tot nog toe had ik drie gebouwen op mijn lijstje die ik onbeschaafd en onbeschaamd groot en excessief vond maar mede daardoor ook heel erg indrukwekkend – de Senaat in Rome, het Pauselijk Paleis in Avignon en het Vaticaan – maar de Verboden Stad staat nu met stip op één waar het verspilling van resources aan onbeschaamde grootheidswaanzin betreft. Het kostte ons twee uur om van het ene einde naar het andere einde te lopen – en het ding is vierkant! Negen-duizend-negen-honderd-en-negen-en-negentig-en-een-halve kamer schijnt het complex te hebben gehad. Er zijn er nog iets van achtduizend van over, nadat de tand des tijds eroverheen is gegaan.


Dan de CCTV Tower, de creatie van ons aller Rem Koolhaas, Neerlands bekendste architect in den vreemde. Wil niets meer met Nederland te maken hebben nadat een van zijn gebouwen ter sloop is gezet (in Den Haag, geloof ik). Typisch kunstenaarsgedrag, een ontwerp duur verkopen en er dan ook nog wat over te zeggen willen houden. Maar mooie gebouwen maakt hij. De vorm van de CCTV Tower is volgens mij de raarste vorm ooit voor een gebouw en kon pas recentelijk worden gebouwd doordat ontwikkelingen in materialen de krachtverdeling nu pas mogelijk maakt. Door de vreemde hoeken in het gebouw verandert het voortdurend van vorm wanneer je er omheen beweegt, zie foto's. Op een of andere wijze vind ik dit soort moderne architectuur toch beter te verteren dan de afschuwelijk verspillende architectuur uit vroeger tijden. Dat werd vooral gedaan op religieuze of politieke gronden, terwijl bij moderne architectuur functionaliteit ook nog redelijk hoog in het vaandel staat, naast de megalomanie en politiek die er natuurlijk ook bijhoort.


Dus, al met al een aardig geslaagd tripje. Veel research gedaan dus we komen met een berg data weer terug en ondertussen ook nog wat mooie dingen gezien. Zo hoort het.

Kiekeboe!

Zo, daar ben ik weer... Zoals sommigen van jullie uit de eerste hand weten, ben ik in Nederland geweest recentelijk. Kijkend naar de datum van mijn laatste post ben ik bijna drie-kwart jaar uit de lucht geweest op dit blog. En daar heb ik in Nederland van verschillende mensen over op mijn donder gehad. En terecht. Mijn flauwe uitvluchten – te druk, te onregelmatig geleefd, deadlines voor nuzakelijk.nl gaan voor, je kent het wel – zijn precies dat: flauwe uitvluchten. Af en toe een uurtje achter de typemachine kan natuurlijk altijd. Ik beloof dan ook bij deze dat ik mijn leven wat deze blog betreft zal beteren.


Een overzicht van het afgelopen halfjaar kan natuurlijk niet uitblijven. Ik ga niet gedetailleerd alles opsommen wat ik heb gedaan – veel details zijn terug te lezen op nuzakelijk.nl onder de ondernemersblogs, die heb ik wel iedere twee weken van een stukje van 500 woorden voorzien omdat externe druk altijd goed werkt bij mij – maar een overzicht van wat er op verschillende fronten gebeurd is vind je hieronder. Ik sluit af met een blikje vooruit.



Mike Suh en zijn verhalen


Mike kennen jullie uit mijn verhalen over zijn versnellingsbakken en de Koreaanse produkten. Het afgelopen halfjaar heb ik, sukkel die ik ben, volledig op zijn woorden vertrouwend veel tijd en energie gestoken in het bestuderen van de produkten die zijn Koreaanse contact in de aanbieding had – LED lampen voor straatverlichting, apparaten om accu's van een tweede leven te voorzien en zonnepanelen voor gebieden met extreme temperaturen – en in het in kaart brengen van het marktpotentieel voor die handel.


Aangezien jullie mij kennen, snappen jullie waarschijnlijk wel dat ik dat met veel flair en voortvarendheid heb aangepakt. Met als resultaat dat ik nu op ingenieurs-niveau kan meepraten over LED lampen en accu's en op verkopers-niveau over zonnepanelen. Ik weet hoe de markt in elkaar zit, ben op de hoogte van prijzen en weet wie de concurrentie is. Allemaal vergeefs.


Want Mike en zijn Koreaanse vriendjes blijken notoir onbetrouwbaar. Nu weet ik na twee-en-half jaar Azie natuurlijk ook wel dat je Aziaten met een korreltje zout moet nemen. Teksten zoals “You my friend, now we partners, let's do the business together!” en uitgebreide diners met veel lokale brouwsels ten spijt, Koreanen blijk je met bergen van dat witte spul te moeten benaderen. Eigenlijk zou ik mijn neef Gerben bij Akzo hier om hulp moeten vragen, zulke hoeveelheden heb ik nodig.


De onbetrouwbaarheid zit hem niet in de produkten, oftewel de inhoud, in management jargon, maar in het proces, in datzelfde jargon. Welke afspraak je ook maakt met ze, er komt niets van terecht. Je moet alles twaalf keer uitleggen, dertien keer over de prijs onderhandelen en dan wanneer er dingen concreet worden – en hoe concreet wil je worden, ik vond een klant voor 200 lampen voor ze – blijven ze maar vragen om meer informatie en knijpen op de prijs. Wat nou, partners? Onbegrijpelijk en heel, heel erg frustrerend. Zo frustrerend, dat ik alle activiteiten via Mike op een heel laag pitje heb gezet voor nu. We zien wel of er een vervolg komt of niet.



Chengdu, here I came... and come


Naast Mike en zijn spullen was ik ook al een tijdje in de weer om de mogelijkheden voor een goede bakkerij annex delicatessenwinkel in Chengdu te onderzoeken. Ik ben de laatste zes maanden diverse keren in Chengdu geweest voor gesprekken met mogelijke samenwerkingspartners zoals ik al eerder schreef. Daar is helaas ook niet veel uitgekomen, na een voortvarende start. Wel heb ik aan die bezoeken een berg goede contacten overgehouden, die de komende maanden van pas gaan komen. De ervaringen die ik opdeed door met een zak in Jinghong gebakken brood door Chengdu te lopen hebben mijn vermoedens bevestigd: Chengdu is toe aan en goede bakkerij. En tijdens mijn laatste bezoek, een week geleden, liet ik wat foto's zien die Tian Tian van ons brood had gemaakt met hetzelfde gevolg: mensen beginnen aan mijn arm te trekken en vragen “Wanneer ga je beginnen?”


Tijdens mijn bezoek aan Nederland heb ik dus de stoute schoenen aangetrokken en ben met de pet rondgegaan. Ik heb een aantal mensen uit mijn omgeving benaderd met de vraag of ze interesse hadden om te investeren in het businessplan dat ik voor de bakkerij / winkel in combinatie met de import van goede Europese voedingswaren heb geschreven en, vooral, berekend. Dat laatste onderdeel, de import, ben ik al geruime tijd aan het voorbereiden samen met een aantal partners in Nederland. Met als gevolg dat we drie deals hebben gesloten met leveranciers van Goudse kaas, Belgische bonbons en twee nieuwe, Nederlandse alcoholhoudende dranken genaamd Smice Cocktail en Choco Secret.


In Nederland heb ik een aantal enthousiastelingen gevonden die het een leuke uitdaging vinden om mee te doen met dit plan. Ik kan er dus mee aan de slag zodat ik met een flinke uitdaging weer terug ben gekomen in China. De komende maanden staan in het teken van verder marktonderzoek en plannenmakerij, waarna we in december op basis van de uitkomsten daarvan besluiten of we er voor gaan of niet.



Jinghong, of wat er van Wangtianshu werd


Met Wangtianshu gaat het aardig. De doelstelling voor de eerste zes maanden van 2012 was om de huur te kunnen voldoen voor de volgende periode zonder kapitaal aan te vullen en dat is gelukt. Net, maar dat geeft niet. De omzet is flink toegenomen – 20-30% jaar-op-jaar – echter de kosten ook. Huur omhoog, salarissen omhoog, inkoop duurder. Met de omzetstijging houden we daardoor nog steeds niets over maar het gevoel in Wangtianshu is een stuk beter, het is drukker en het ziet er zoveel beter uit dan een jaar geleden. Op dit moment hebben we wat last van personeelsverloop, kapotte apparatuur en zomerslapte maar dat komt wel goed.


Ik breek me wel het hoofd over hoe ik wat meer lokale mensen naar Wangtianshu krijg. Daarvoor zal ik moeten adverteren op lokale websites. Hier in China wordt heel veel gebruikt gemaakt van listings-sites waarop allerlei activiteiten worden aangeboden. Iedere plaats heeft er een aantal en adverteren op die sites levert over het algemeen wel wat verkeer op de eigen website op, heb ik me laten vertellen. Moet je wel een eigen website hebben – in het Chinees, dan. Dus ik ben naarstig op zoek naar iemand die voldoende Engels en Chinees beheerst om me daarbij te kunnen helpen. En dat is niet zo makkelijk in een gat als Jinghong.


Maar, voor de activiteiten in Chengdu heb ik een frisse, ambitieuse Chinese dame in Chengdu kunnen aannemen die goed Engels spreekt. Wanneer zij tussen de bedrijven door wat tijd over heeft, zal ik haar vragen om onze Engelse website voor Wangtianshu te vertalen zodat we de advertenties kunnen uitzetten. Doordouwen en niet opgeven, heet dat. En mocht dat allemaal niet lukken, gooien we de boel om en gaan we ook in Jinghong door met alleen de bakkerij en de winkel. De cijfers zijn wat dat betreft duidelijk: tweederde van de omzet komt uit bakkerij en winkel, tweederde van de kosten uit het restaurant...



Nuhi, het leven en de vrouwen


Aangezien ik de afgelopen maanden heel erg veel onderweg ben geweest en een zeer onregelmatig leven heb geleid, ben ik wel zo'n 8 kilo dikker als vorig jaar rond deze tijd. Te onregelmatig geleefd om het ritme in het sporten te houden. En veel bier gedronken en etentjes gehad. En een eigen restaurant waar je de koopwaar regelmatig moet keuren helpt dan ook niet. En ja, ik weet het, ook op dit gebied bezig ik flauwe uitvluchten. De straf die ik hiervoor moet ondergaan: een jaar lang hard trainen om die 8 kilo er weer af te krijgen. Want eraf gaan ze, dat beloof ik.


Met TianTian is alles op zich goed, alhoewel we op moment wel wat stress hebben. Tijdens mijn afwezigheid heeft ons huis blank gestaan dus ik kwam terug in een rampgebied. Niet alleen door het blank staan, overigens. Ze heeft zelf ook wel de neiging om er een zooitje van te maken, iets waar ik niet zo goed tegen kan. En dan is het gebrek aan communicatie mogelijkheden wel vervelend. Maar met de hulp van wat vrienden en kennissen die laverend tussen de vriendschap met zowel Tian Tian als mijzelf voor vertalingen zorgen, komt dat wel in orde.


Verder heb ik, net zoals vorig jaar, ook wel weer wat last van aanpassingsproblemen. Het leven en de levenswijze zijn hier toch wel zo serieus anders dan in de VS en in Nederland, dat ik na twee maanden onderweg te zijn geweest de nodige moeite heb om te wennen aan het tempo en de houding van de mensen hier. Maar dat is onderdeel van het spel, dus ook dat komt wel goed.



En nu dan?


Zoals ik al schreef, de komende maanden voer ik de eerste fase van het businessplan voor de bakkerij / winkel / import uit. Dat betekent veel officieel geneuzel – zo moeten we de te importeren produkten laten registreren bij allerlei overheidsdiensten – maar ook veel leuk werk zoals het opzetten van een focus groep voor marktonderzoek in Chengdu, het bezoeken van diverse beurzen voor voedingswaren en het rondleiden van een van de investeerders die in september naar China komt.


Dus, spannende tijden. Aangezien ik mezelf op een salaris van RMB 4,000 heb gezet, iets minder dan 500 Euro, moet ik wel wat bezuinigen. De bodem van de schatkist komt redelijk in zicht. Ik kan nog net deelnemen aan dit avontuur en als dit op niets uitloopt is het tijd voor plan B... dat bestaat uit het mezelf zes maanden opsluiten in een taalschool om snel mijn Chinees op peil te krijgen, waarna ik op basis van mijn 'oude' werkervaring maar een baan moet gaan zoeken in Shanghai of Beijing. Maar, ik ga er alles aan doen om dat te voorkomen. D'r op of d'r onder!

Feest!

Zo vlak voor de feestdagen, met de nadruk op “vlak”, nog een verhaaltje uit het Midden-Land. Zoals de Chinezen China noemen in het Chinees. Dat China letterlijk het “middenland” was, is lang zo geweest en gaat weer zo worden, vermoed ik. Dingen gaan zo ongelooflijk snel hier. Jinghong is in het jaar dat ik er woon ongeveer verdubbeld in aantallen vierkante meters woonruimte. Maar iets vinden om te huren of te kopen? Moeilijk, vrijwel alles is bezet. Het meeste staat weliswaar leeg maar schijnt gekocht of gehuurd te zijn door rijke Chinezen uit de grote steden en van de Oostkust die daar ofwel tweede huizen van maken, ofwel hun ouwe luitjes in gaan stallen. Althans dat is wat ik zo om me heen hoor.


Voor Wangtianshu Restaurant & Deli betekent dat twee dingen. Ten eerste uitbreiden naar de nieuwe wijk, of liever nieuwe stad, met een tweede outlet. Waar mijn partners en ik nu over nadenken. Kleine winkel met een koelvitrine en een of twee tafeltjes van waaruit we brood, sandwiches, ijs, kaas, chocolade en wijn gaan verkopen. Dat plan voor die tweede outlet bestond al een tijdje. Onze keuken is zo groot, dat ook al is het restaurant tot de nok toe vol, we nog niet de hele capaciteit gebruiken. Een deel van die capaciteit inzetten om een tweede outlet te bevoorraden lijkt dus handig. Ten tweede betekent het dat we met een gerust hart de aaname kunnen doen dat de aantallen klanten groter gaan worden.


Verder is de marketing campagne van start gegaan met een advertentie op de grootste expat-website van Kunming en een update van onze listings pagina's op diezelfde website (http://www.gokunming.com/en/listings/item/wan_31347/) en op Tripadvisor. Daarmee is alle moeite van de afgelopen maanden om de “operatie” onder controle te krijgen bekroond. We hebben er vertrouwen in dat wanneer er grotere aantallen gasten op de stoep staan, ze goed worden bediend en een diner van aanvaardbare kwaliteit tegemoet gaan. De komende weken adverteren we daarnaast in een aantal lokale kranten en op een lokale evenementen website. Daarnaast is ons eerste evenement een feit: een speciaal Kerst- en Nieuwjaarsmenu.


Ik ben net op tijd teruggekomen in Jinghong om de kerstdrukte mede het hoofd te kunnen bieden. Ik ben de afgelopen weken vrijwel permanent onderweg geweest. Kunming (3x), Chengdu (2x), Shanghai, Guigang, Beihai (2x). Allemaal in het teken van relaties bouwen en proberen wat handel te slijten. Onderweg ook hard gewerkt aan onze kaas- en chocoladehandel. We hebben scherp hoe het moet qua papierwinkel, we hebben een transporteur, een verzekeraar en, errug belangrijk, een paar potentiele klanten. 2012 gaat mijn jaar worden...


De plannen voor een serieuze bakkerij annex distributie centrum voor de import handel in Chengdu worden ook langzamerhand concreter. Ik heb twee potentiele partners en links en rechts wat mensen die, op afstand, de boel met interesse volgen. De druk ligt nu bij mij om half januari een eerste versie van het business plan gereed te hebben.


Een van de redenen dat ik tegenwoordig wat minder op deze plek schrijf, is dat ik iedere twee weken een deadline heb voor http://www.nuzakelijk.nl/nuhi-bunyak. Dus, voor eenieder die wat vaker iets van mijn hand wil lezen, daar kan het.


Met alle hectiek van het volgen van al die sporen om centjes te verdienen, kom ik helaas aan sporten niet toe. En door de afspraken met Chineze overheidsfunctionarissen – lees daar de komende weken meer over op nuzakelijk – rook en drink ik teveel. Zodat de broeken mij nog ternauwernood passen. Dus mijn goede voornemens voor 2012: geld verdienen, sporten en met roken stoppen... er is niks veranderd... maar tegelijkertijd ook heel veel.


Fijne feestdagen allemaal, tot volgend jaar!

Kaaskop

Een week of wat geleden las ik voor het eerst over “@migo-boras”. Ik verbaasde mij al een hele tijd over het Nederlandse “veiligheidsbeleid”, maar nu viel ik toch echt van mijn stoel. Permanente camerabewaking langs alle belangrijke grensovergangen. Gegevens van alle grenspassages worden opgeslagen. Om boetes te innen, kosten 19 miljoen euro. Ben benieuw wat de verwachte pay-back period is. De overheid is – min of meer ongeacht welke partijen aan het bewind zijn - al tijden bezig om business cases te bouwen om geld binnen te harken onder het mom van “veiligheid”. Alle onderzoeken die er naar worden gedaan komen met dezelfde conclusie: de veiligheid neemt niet toe, alleen de pakkans bij overtredingen wordt groter. En dat zijn toch echt heel verschillende grootheden. Maar toch, keer op keer wordt het controle-apparaat uitgebreid met nieuwe systemen onder het mom van “veiligheid”. Systemen, die een van de belangrijkste peilers van de rechtstaat ondermijnen: gevrijwaard te blijven van overheidscontrole en -bewaking wanneer er geen concrete aanleiding - in het individuele geval - voor bestaat. Door de media en politiek, vooral Opper Twitteraar Geert Wilders en kornuiten zijn er goed in, aangewakkerde, irrationele gevoelens van onveiligheid maken dit mogelijk. Ik maak mij ernstig zorgen over waar dat allemaal gaat eindigen.


Naast dit soort bewegingen in Nederland, heb ik natuurlijk ook het financiele gehannes in Europa om me zorgen over te maken. Nu heb ik daar in directe zin niet zoveel last van. Ik heb de meeste van mijn centjes inmiddels in Renminbi omgezet en na twee jaar niets verdient te hebben is dat toch al niet zo veel meer. Maar wanneer ik lees over de gehele top van het Griekse militaire apparaat die plotseling wordt vervangen, maak ik me geen zorgen over geld maar over veel ernstiger mogelijkheden. We leven allemaal in de veronderstelling dat Europa permanent oorlog-vrij is maar ik ben daar niet zo zeker van. Een kat in het nauw maakt rare sprongen en er zijn nogal wat katten die in het nauw zitten. De “nucleaire” optie voor Italie – gelukkig in overdrachtelijke zin bedoeld – lijkt inmiddels ook onvermijdelijk en wel-ingelichte bronnen fluisteren mij in dat dat een keten van gebeurtenissen gaat veroorzaken die de hele wereld gaat raken. Ook China.


En dan hebben we natuurlijk nog het enerzijds uiterst vermakelijke maar anderszijds ook zeer zorgelijke entertainment circus van de Amerikaanse presidentiele voorverkiezingen. Ik volg het aardig intensief en het is zoals gezegd hilarisch en zorgelijk tegelijk. Van alle Republikeinse kandidaten die de debat-podia bevolken zijn er eigenlijk maar twee die ik niet als ronduit dwaas beschouw. Ron Paul is de enige die rechtlijnig en zeer rationeel redeneert in zowel economische vraagstukken als in zaken van geo-politieke aard. Maar is precies daarom volkomen kansloos voor de nominatie. Jon Huntsman is de enige die, na er jaren als ambassadeur gewerkt te hebben, een effectieve toon richting China lijkt te vinden. Maar hij is ten eerste Mormoon en ten tweede voor alle andere onderwerpen een slap aftreksel van Mitt Romney. Wat ook hem kansloos maakt voor de nominatie. De rest is oorloghitserig en neoconservatief tuig. Volk dat het heeft over Amerikaanse hegemonie in de wereld als belangrijkste doel. Letterlijk. Dat liefst vandaag nog bommen gooit op Iran. Obama krijgt niet veel voor elkaar maar herverkozen worden in een strijd tegen een van deze idioten moet toch kunnen. Zodat ik voor nu de vermakelijkheid van de strijd maar laat prevaleren boven de zorgelijkheid ervan. Rick Perry en Herman Cain zijn toch echt de droom van iedere cabaretier en stand-up comedian, zoals Jon Stewart laatst in The Daily Show opmerkte. En hij heeft gelijk.


Wat mij er, na deze weinig opbeurende bespiegelingen, toe brengt weer eens wat belevenissen van kleinere impact met jullie te delen.


De afgelopen periode ben ik veel onderweg geweest. Na de eerste paar weken na terugkomst uit Europa vooral hier in Jinghong met het restaurant in de weer geweest te zijn, stonden de afgelopen weken – evenals de komende weken – in het teken van rondreizend verkopen. Ideeen, vooralsnog, geen concrete produkten, dat volgt hopelijk snel. Ik ben in contact gekomen met een Rotterdammer met een heel aardig contacten netwerk van bedrijven die “wat met China willen” en die op zoek was naar een serieuze Westerling die in China “dingen wil doen”. Jaja, zo specifiek was het allemaal wel in het begin. Nou ben ik aardig serieus – soms – en bovendien Westerling en in het bezit van een Chinese BV. Goede combinatie dus en we werken momenteel samen aan de import van chocolade, kaas en baby formula. Alledrie produkten die het goed doen of goed gaan doen in China.


Nu is mijn idee over kaas dat je eerst de horeca- en de expatmarkt moet zien te vinden om een behoorlijk volume bij elkaar te sprokkelen. Aangezien die markt in Jinghong misschien goed is voor twintig kilo kaas per maand en ik bij “behoorlijk volume” eerder denk aan tweeduizend kilo per maand, moest er wat gebeuren. Dus ik naar Kunming en Chengdu om mijzelf – samen met de vooralsnog virtuele kaas – in de aanbieding te doen bij Westerse restaurants en foodshops. Al rondrennend ben ik er die trip ook nog in geslaagd om mijn verjaardag twee keer te vieren. Op de avond van de achtste november in Chengdu, een dag later in Kunming. Leuk.


Na terugkomst in Jinghong ben ik met mijn twee partners in Wang Tian Shu om tafel gegaan om ze van mijn, toegegeven, ietwat megalomane plannen op de hoogte te brengen. Megalomaan? Echt wel. Ik denk “Kaas-mogul van west en zuid China” ofwel “Pimping cheese to the Chinese”. Niets meer en niets minder. Het moet groot, anders heeft het geen zin. Dat geldt voor alle handel, is mijn bescheiden mening. Na mijn partners overtuigd te hebben van de waarde van mijn voorstellen, ben ik gaan zoeken naar mogelijkheden om de handel ook daadwerkelijk China in te krijgen. Via mijn contacten in Nederland heb ik de aankoopkant wel op orde, zowel qua volume als qua prijs. Nu de import- en verkoopkant nog. En die import mogelijkheden zijn legio. Alleen wel allemaal wat onzeker, zoals alles wat met de Chinese overheid te maken heeft onzeker, in de zin van onvoorspelbaar, is. Nou heb ik niet zo'n zin om straks met een paar duizend kilo kaas achter de douane te blijven zitten, dus ik ben op dit moment nog druk bezig om alle mogelijkheden verder uit te werken.


Toen duidelijk werd dat het in ieder geval “in principe” mogelijk is om de kaas binnen te krijgen, ben ik weer terug gegaan naar Chengdu. Ik had daar de eerste keer wat contacten gelegd met mensen die aangaven zeker rond de duizend kilo per maand te kunnen verkopen aan de horeca. Omdat ze dat nu ook al doen. In een opwelling besloot ik om een zak met brood mee te nemen zoals we dat in Wang Tian Shu bakken. Na daar twee dagen mee door Chengdu te hebben rondgesleept, kwam daar een tweede idee uit. Alle mij smekend aankijkende expats - “Wanneer ga je dat brood hier bakken?” - in aanmerking nemende, is het plan om een bakkerij in Chengdu op te zetten geboren. Past in het kaas idee omdat de kaashandel een distributie centrum gaat vragen. En waarom niet aan de rand van Chengdu, waar de huren laag zijn, flink wat vierkante meters huren om die twee dingen in te gaan doen.


En dat is ongeveer waar ik nu ben. Ik heb wat enthousiastelingen om me heen verzameld die mee willen doen en ik zit midden in het maken van een business plan. Dat ik de komende dagen in Shanghai – ik blijf vliegen – onder andere met een Nederlandse investment banker ga bespreken. Dus, als er onder jullie gegadigden zijn om een bescheiden investering in een Chinese bakkerij en kaasimporteur te doen, kom op de lijn. Ik doe liever zaken met jullie dan met een investment banker. Orde groottte van de investering is tienduizenden euro's, details op aanvraag.


Verder doe ik met Mike “Gearbox” Suh nog wat dingen op het gebied van LED lampen uit Korea die ervoor zorgen dat ik de komende weken ook nog naar Guanxi en Seoul moet, wellicht gevolgd door een bliksembezoek aan Europa in januari. En ben ik nog steeds in gesprek over mogelijkheden bij Taetea en haar internationale expansie plannen.


In tegenstelling tot een jaar geleden, toen het toch vooral de dames waren die mij soms van het schrijven afhielden, is het nu meer de centjes-verdien-agenda die dat zelfde effect sorteert. Op www.nuzakelijk.nl/nuhi-bunyak/ schrijf ik wel trouw iedere twee weken mijn 500 woorden. Deadlines zijn toch wel goede dingen. Ik ben verder maar wat blij met alle plannen. Het zijn allemaal leuke plannen die stap voor stap concreter worden. En zoals dat met plannen gaat, ze kunnen er op ieder moment “doorheen vallen”, zie het hotel project eerder dit jaar, maar zonder plannen en stappen om ze te realiseren gebeurt er helemaal niks...


En oh ja, tussen de bedrijven door leer ik ook nog Chinees. En hebben we het her-openingsfeest voor Wang Tian Shu naar januari verplaatst. “Man man lai” zoals ze hier zeggen. “Kalm aan”. Ook al reden om verder te kijken dan Jinghong lang is.

Na de twijfel komt de zonneschijn

Bloemen op tafel, de koelkast gevuld met etenswaren en bier – vooral dat laatste is natuurlijk heel belangrijk in het klimaat van Jinghong – de boel keurig aan kant en schoon. Ik voel me erg welkom bij terugkomst hier. Tian Tian had dat allemaal geregeld en ik ben blij dat ik wat moeite en centjes heb besteed aan een paar leuke cadeau's voor haar.


Even daarvoor, in de taxi van het vliegveld naar huis, word ik overvallen door een wat melancholisch gevoel. En door twijfel. Ik zie alle chaotische verkeerstaferelen om me heen, ik zie vieze gebouwen, rokende vrachtauto's, gaten in het wegdek. Ik herinner me het keurig opgeruimde Nederland. Het comfort van schoonheid en netheid. En vraag me gedurende de tien minuten die de rit duurt af of dit echt is wat ik wil. Leven op het platteland in China, met alle ongemakken die daarmee gepaard gaan. Dezelfde twijfel was ook in Nederland op zekere momenten al bij me opgekomen, ook al wilde ik graag terug. Ik neem gemakkelijk besluiten, ook zeer ingrijpende zoals het besluit om te emigreren, maar twijfel daar natuurlijk net zoveel over als mensen die eenzelfde besluit na ampele overweging nemen. Denk ik.


Maar dan zie ik de palmen. De zon schijnt. En dat blijft die zon de komende zes maanden iedere dag doen. Een prachtige vrouw zit naast me op de achterbank van de taxi. Ik denk ook aan al het gezever op de Nederlandse televisie en in de kranten. De bekrompen taal om me heen op het terras. Die ik in Nederland helaas kan verstaan in tegenstelling tot hier, al zal dat hopelijk snel veranderen. Het vooruitzicht me eventueel in Nederland weer in management opdrachten te moeten begeven geeft me een ongemakkelijk gevoel. Vanwege de blootstelling daarin aan zoveel politiek en incompetentie – en daardoor stress. De twijfel valt weg en maakt plaats voor zekerheid: ja, dit is wat ik op dit moment in mijn leven wil. Voor hoe lang? Wie zal het zeggen. Ik weiger om ver vooruit te plannen. Naast “It's just a ride” zou ik ook “I'll cross that bridge when I get there” op mijn lichaam kunnen tatoeëren, als uitdrukking daarvan. Zal ik niet doen, hoor. Maar ik heb liever een interessant leven met grote onzekerheden dan mijn oude leven weet ik nu. Mijn oude leven, waarin de zekerheden volgens mij voor een belangrijk deel hersenschimmen waren.


Dan wachten de praktische zaken. De laatste papieren regelen. Kijken hoe Wang Tian Shu erbij staat na bijna drie maanden. Gelegde contacten aanhalen, in eerste instantie via mail en telefoon. Chinese les organiseren.


Tian Tian legt me uit dat ze mij de twee Belangrijke Papieren die me in Nederland ontbraken om mijn business visum aan te kunnen vragen niet kon toesturen omdat ik als eerste stap hier een gezondheidsverklaring moet aanvragen. Het lijkt logisch dat dat in persoon moet. Na een halve dag zoeken waar dat aanvragen ergens moet gebeuren, komen we rond vijf uur 's middags terecht in de, vrij vertaald, “kliniek voor reizigers”. Zoals dat gaat hier wordt me eerst verteld dat het te laat is: “Kom morgen maar terug”. Tian Tian babbelt wat, er wordt gelachen, het woord “laowai” valt een paar keer en dan moet ik op een weegschaal annex meetlat gaan staan die ergens in een hoek staat. 184 centimeter en 89 kilo. Had net in Nederland mijn vetpercentage op 11 laten vaststellen dus dat is prima, de gevolgen van het sportschoolbezoek laten zich gelden. Vervolgens moet ik op een kruk gaan zitten en krijg de bloeddruk armband omgegord. 139/62, beetje aan de hoge kant. Net een sigaret gerookt en aardig zenuwachtig voor wat er nog komen gaat – bloedafname in een Chinese plattelandskliniek – dus ook dat is goed.


In het hokje voor de bloedafname staan vijf giechelende Chinese jongedames. Het hokje is kaal, een glazen wand scheidt de ruimte voor het lijdend voorwerp van de ruimte voor de leed-toebrengers. In de glazen wand een uitsparing waar een arm doorheen kan. En moet. Een van de dames behangt zich met een witte laboratoriumjas en begint twee paar plastic handschoenen over elkaar heen aan te trekken. Handschoenen van het type waarmee Chinese jongedames 's avonds rond elf uur tijdens het bier drinken normaal gesproken eendekoppen en kippevoeten verorberen. Eerst wordt mijn linkerarm geïnspecteert, daarna de rechter. Toch maar weer terug naar de linker. De vijf dames kloppen om de beurt op de binnenkant van mijn elleboog en besluiten er dan voor te gaan. De goed gehandschoende hand van de dame in de witte jas pakt een naald uit de verpakking en steekt toe. Mis. Nog een keer. Weer mis. De dames overleggen. Giechelend. Ik zit intussen behoorlijk te zweten maar houd me verder in. Het woord “onvermijdelijk” dreunt voortdurend door mijn hoofd. De dame in de witte jas wordt na afloop van het beraad resoluut terzijde geschoven door een van de andere dames. Die zonder op- of om te kijken en zonder witte jas of zelfs maar één paar handschoenen, de naald pakt, toesteekt en raak steekt. Twee buisjes druppelen vol en dan is het gedaan. Resultaat: een flinke blauwe plek daar waar dame-in-witte-jas mis stak.


De dag erna moet ik alsnog terugkomen. De arts die de röntgenfoto's van mijn borstkas moet maken was al naar huis. Ik weet niet hoe vaak ik “gezapt” ben maar het was zeker meer dan een keer. Ik hoop dat het geen industrieel röntgenapparaat was. Was het dat wel, is er misschien volgend jaar op de foto's wel wat te zien... Dit jaar in ieder geval niet, behalve een “enorm groot hart”. Zal wel aan al het wielrennen en hardlopen van de afgelopen jaren liggen. Resultaat: een mooi, rood boekje waarin de lezer wordt uitgelegd dat de drager ervan gezond is. Geen HIV, ook.


Dat rode boekje is het entree-bewijs voor een werkvergunning, het eerste ontbrekende Belangrijke Papiertje. Ook dat is een boekje, bruin van kleur. Gewapend met deze twee bescheiden kan ik op zoek naar de plek waar ik de “Z-visa notification letter” kan aanvragen, het tweede en laatste Belangrijke Papier. Die is nodig omdat dat het document is waarmee ik bij een Chinese ambassade ergens in de wijde wereld, behalve in China zelf natuurlijk, een business visum of “Z-visa” kan aanvragen. Want zonder Z-visa geen verblijfsvergunning. Aangezien geen enkele Chinese overheidsdienst een andere vertrouwt is 'verdeel en heers” de geldende strategie. Gevolg: overlappende jurisdicties en catch-22 situaties die worden opgelost via het verstrekken van tijdelijke documenten die na een volgende stap in het proces worden omgezet in een definitief document.


De Z-visa notification letter blijkt uit Kunming te moeten komen. Lokale autoriteiten zijn niet langer gemachtigd deze te verstrekken dus de provinciale zijn aan zet. Nadat de eerste week van oktober is gepasseerd – een nationale vakantieweek waarin niets gebeurd dat een overheidsstempel nodig heeft – gaat mijn adviseur in Kunming rondvragen en komen terug bij me met de opmerking: “We zijn er niet gelukkig mee, maar de betreffende dienst eist 300.000 Renminbi – ongeveer 35.000 euro – op een bankrekening die daar drie maanden op moet staan en dan krijg je de brief. Nieuwe regels. Door de betreffende dienst verzonnen, er is geen relevante wetgeving.” Kut.


Doorpratend met Pietro, de adviseur, overgehouden aan het hotelproject, vraagt hij me hoe de werkvergunning eruit ziet die ik heb gekregen. “Een bruin boekje”, antwoord ik. “Okay, in dat geval heeft het Labour department een fout gemaakt”, zegt hij, “ze hadden je een tijdelijke werkvergunning in de vorm van een brief moeten geven die vervolgens wordt omgezet in de definitieve nadat je terugkomt met een Z-visa in je paspoort. Ik zou maar gewoon proberen bij de vreemdelingenpolitie een verblijfsvergunning aan te vragen, zou best eens kunnen lukken.” Wanneer ik het probleem en de mogelijke oplossing voorleg aan Gerard, mijn partner in Wang Tian Shu, zegt hij: “Ik ken de baas van de visa-sectie van de vreemdelingenpolitie behoorlijk goed. Ik zal haar bellen om te vragen of ze je kan helpen.” En dat kan ze. Bij binnenkomst in haar kantoor is de eerste vraag of ik een Z-visa heb. De moed zinkt me in de schoenen wanneer ik ontkennend antwoord. Wanneer ze daarna doorvraagt naar welke papieren ik dan wel heb en wanneer blijkt dat ik alles rond heb, inclusief definitieve werkvergunning, graaft ze wat in haar computer en zegt “Geen probleem, in dat geval kan ik het ook zonder Z-visa regelen.” Geen idee of het nu geldend beleid is of dat er voor mij een uitzondering is gemaakt. Het maakt me ook niet uit. Ik krijg mijn papiertje zonder er nog weer voor naar Bangkok te hoeven reizen. Omgekeerd kafkaësk, zoal een vriend van me zei. En dat is het.


Gedurende de weken dat ik bezig ben met de papierwinkel ben ik ook druk in de weer met Wang Tian Shu. Het restaurant blijkt er heel behoorlijk bij te staan. Tian Tian heeft er hard aan gewerkt om tijdens mijn afwezigheid de boel draaiende te houden en dat is goed gelukt. Een paar dagen na mijn terugkomst nemen we een dame aan die goed Engels spreekt en gedrieen gaan we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de keuken en de service weer op het peil komt waar het zijn moet. Met Gerard maak ik ondertussen toekomstplannen, die er vooral in bestaan dat we mogelijkheden gaan onderzoeken om zelf een aantal zaken te gaan importeren. Te beginnen met kaas.


We geven ons zelf twee maanden om de boel qua service en keuken weer op de rit te krijgen en plannen half december een her-openingsfeest. Goede manier om een hoop mensen uit te nodigen en Wang Tian Shu weer op de Jinghongse kaart te zetten als alternatief voor MeiMei Cafe en Mekong Cafe. Ter voorbereiding op dat alles mest ik alvast samen met Tian Tian en Shan Shan, onze nieuw aangenomen dame, de berging en de coldrooms uit, geven we de keuken een grote schoonmaak, kopen we wat zaken zoals tafelkleden om de boel wat op te fleuren en geef ik Nico, een van mijn voormalige partners van het hotelproject die ook weer naar Jinghong is gekomen, opdracht om een aantal reparaties en onderhoudsprojectjes aan het pand en sommige machines uit te voeren. En proberen we het personeel zover te krijgen dat ze de boel bijhouden. Dat zal wel wat hands-on management van mij gaan vragen vermoed ik. Hygiene en onderhoud hebben hier een wat andere diepgang dan wij gewend zijn.


Ik besteed verder die weken flink wat tijd aan het onderhouden van contacten en plan een reis naar Kunming en Chengdu begin november. Daarnaast heb ik geluk en vind een heel goede lerares voor mijn Chinees nadat ik de lerares doe ik eerder vond de deur heb gewezen vanwege schending van de gemaakte prijsafspraken. Drie keer twee uur in de week les en ik merk dat het in een keer erg hard de goede kant op gaat. Goed gevoel.

Terug naar Jinghong...

...wat toch een soort Chinees Oegstgeest is.

Het is zover. Tickets gekocht, visum is onderweg. Weliswaar een toeristenvisum omdat er nog twee Belangrijke Papiertjes ontbraken voor een businessvisum. Het ene Belangrijke Papiertje is een officiele uitnodiging van mijn bedrijf aan mij persoonlijk, goedgekeurd door de Chinese immigratiedienst. Wachttijd twee weken, zo bleek. Het andere Belangrijke Papiertje is een gezondheidsverklaring. In China werd me verteld dat ik die na terugkomst moest gaan halen. De Chinese ambassade in Nederland blijkt daar eigen beleid in te voeren, die geeft geen businessvisum af zonder zo'n verklaring. Röntgenfoto's maken van de borstkas, HIV-test, nog wat meer testjes. Hier in Nederland al snel goed voor een gepeperde rekening en een hoop geregel, in China is het een standaardprocedure die een dag duurt en een paar tientjes kost. Dus vlieg ik terug, regel die dingen en ga dan nog weer een weekje naar Bangkok om daar mijn businessvisum te halen.


Bij terugkomst in China wacht het nodige werk. De marketing voor het restaurant moet worden opgezet en er is nog het nodige te doen aan de administratie, het menu en de decoratie. Het hoogseizoen begint op 1 oktober dus mijn timing is goed. Verder zal ik druk zijn met de handel die ik samen met Marcel en Ido aan het opzetten ben, moet ik Mike gaan bezoeken om na te gaan waar hij staat met zijn versnellingsbakken en heb ik aan Erik – van Erik's Delicatessen in Amsterdam Oost – beloofd onderzoek te doen naar de mogelijkheden om goede kaas naar China te gaan brengen. Want die is er momenteel niet te krijgen. En dan is er nog de theeclub. Ik hoop in de loop van oktober daar een deal mee te maken zodat ik weer wat centjes ga verdienen. En op http://www.nuzakelijk.nl/nuhi-bunyak/ dienen iedere twee weken 500 leuk geschreven woorden van mijn hand te verschijnen. Leuke vooruitzichten. Ik ben er na anderhalf jaar wel weer aan toe om wat te gaan doen en een beetje druk te zijn.Met de nadruk op “een beetje”.


Naast het werk wacht het meisje. Ik kijk er erg naar uit om de komende tijd leuke dingen te gaan doen met Tian Tian. Die is erg druk geweest met het restaurant terwijl ik hier aan het lanterfanten was dus die wil ik een beetje in de watten gaan leggen. Wanneer ik mijn verblijfsstatus in China heb geregeld wil ik snel met haar wat reisjes gaan maken. Laos, het noorden van Thailand, Tiger Leaping Gorge waar ik nog steeds niet geweest ben, ik heb nog wel een verlanglijstje.


Ook de studieboeken wachten. Gezien mijn plan om voorlopig in China te blijven moet ik nu toch echt serieus met de taal aan de slag. Ik heb een goede lerares gevonden in Jinghong en het plan is om een uurtje of zes per week les te gaan nemen. Ook in het lezen van karakters dus heel snel zal het niet gaan. Maar de aanhouder wint, is hier het devies.


De laatste paar weken in Europa ben ik aardig wat de hort op geweest. Zweden, Utrecht en Amsterdam en Zuid-Duitsland. Veel mensen gezien en veel lol gehad. Maar... ik wil nu toch echt wel graag terug. Ik ben blij met dat gevoel omdat ik toch maar het besluit had genomen in China te blijven zonder zeker te weten wat ik zou voelen wanneer ik weer in Europa zou zijn. Welnu, ik heb een leuke tijd gehad, geen plezier aan het weer beleeft, wel aan familie en vrienden maar ik wil terug. Ik stoor me aan teveel dingen hier, met name de sfeer van “doom and gloom”. Die snap ik wel, ik lees de financiele paragraaf in de krant ook, maar ik kan er slecht tegen. Dus snel terug naar China en de permanente vakantiesfeer van Jinghong. Volgende verhaal – en dat wordt weer een verhaal in plaats van een agenda bespreking – vanuit hot & sunny Jinghong!

Geweerschoten en meer

Het geluid van geweerschoten rolt door de heuvels om me heen. Honderden schoten verscheuren de atmosfeer van een rustige avond. Omdat het geluid zich vermengt met dat van bruiloftsdrums weet ik dat er niets aan de hand is. Het is Albanees vuurwerk. Kogels voor liefde. Normaal gesproken, dat wil zeggen in de meeste andere Europese landen, zou de politie in een oogwenk arriveren zoals ik vorig jaar in Malmö ervoer. Hier, nabij Skopje in Macedonië, weet de politie wel beter. Het Albanese dorp dat de bruiloft viert binnenvallen zou alleen door het leger kunnen en zelfs dan zou het een enorme prijs vragen.


Na twee natte en voor mij heel koude weken in Nederland vlieg ik naar Skopje voor familiebezoek in Skopje, Prishtina, Kacanik en Bicaj. Ik ben er twee jaar geleden voor het laatst geweest maar wanneer ik aankom lijkt het alsof het gisteren was. Niks verandert daar. Nou ja, een ding was anders, ik kom aan op de dag dat de ramadan begint. En aangezien de meeste van mijn familieleden moslims zijn, is dat wel iets dat opvalt. Ik eet dan ook iedere dag “iftar”, de eerste maaltijd van de dag na zonsondergang.


Ik breng de dagen door met familiebezoek. De hele regio zit vol “kusheri” zoals dat in het Albanees heet, “neverij”. Ooms, oud-ooms, neven van eerste tot en met zevende graad. Honderden. Verder verzorg ik het graf van mijn vader dat ik twee jaar geleden heb laten opknappen.


Na terugkomst in Nederland wacht de computer. Zoals eerder gezegd schrijf ik tegenwoordig voor Nuzakelijk.nl en ik verneem net dat ik daar een vaste plek op krijg. Iedere twee weken op woensdag, te beginnen op woensdag 31 augustus. De afgelopen weken heb ik al wat stukjes geschreven, je vindt ze op http://www.nuzakelijk.nl/nuhi-bunyak/. Daarnaast is twee weken geleden een opinie artikel van mijn hand gepubliceerd in NRC Next.


Ondertussen is mijn bedrijf in China een feit, de business licentie is binnen. Nu de papieren voor mijn business visum nog en ik ben legaal in China wanneer ik terugga. Samen met twee schoolkameraden uit Hengelo – Marcel Klein Breteler en zijn broer Ido – ben ik bezig om voor mijn bedrijf een dienst te definieren die zij in Nederlad gaan marketen en die ik in China ga uitvoeren: marktonderzoeken voor Nederlandse / Europese bedrijven die een partner zoeken in China. Spannend en leuk om te doen. En bij deze een oproep aan iedereen die dit leest: hoor / zie / weet je bedrijven die “wat met China” willen doen, ik kan helpen.


Het lijkt er op dat ik rond de 15e september weer terugvlieg naar China. Kan nog iets later worden wanneer de visum papieren nog wat op zich laten wachten maar veel later niet. Ik heb naast het bedrijf ook een deel van de aandelen gekocht in een Wang Tian Shu Deli & Restaurant in Jinghong en aangezien 1 oktober het nieuwe seizoen begint wil graag zo snel mogelijk terug om daar ook aan de slag te gaan.


Er gebeurt dus genoeg.