brodernabunyak.reismee.nl

Nattigheid

Het regent pijpenstelen in Amsterdam. Ik zit bij Laurens op kantoor na een weekend “Tour de Friends”. Donderdagochtend aangekomen bij mijn moeder, vrijdagavond Utrecht met Kors, Jeroen en Harro, zaterdag Bergambacht met Frans en Jeannette, zondag Amsterdam met Laurens. En zo meteen terug naar mijn moeder om me twee weken te verstoppen. Ik stop met roken en heb twee weken alcohol-vrij leven en veel sporten nodig.


Voor Nederland ben ik twee dagen in Bad Tölz, vijftig kilometer ten oosten van München. Ik ontmoet Joachim en Nico daar om de laatste zaken van het hotel project af te handelen. Ik krijg het geld dat ze ons schuldig zijn, ze blijken eerlijke Duitse kerels. Dat voelt goed, kennelijk was onze keuze om met hen in zee te gaan een goede. Ondanks hun teleurstelling laten ze oprechtheid zien. Wat betekent dat we wellicht in de toekomst nog andere dingen kunnen doen samen.


De vier dagen ervoor, Bangkok. Hot & sticky, in extremis. Ik schrijf er veel, denk veel na over Wang Tian Shu en de laatste twee avonden maak ik lol met David, de Engelse Lonely Planet en Telegraph journalist die ik uit Jinghong ken. Ik zit op een terras wanneer hij voorbij loopt, de wereld is klein.


Van Kunming vlieg ik naar Bangkok en zit tijdens de vlucht naast een heel leuke Chinese dame. We raken in gesprek en dan blijkt dat zij werkt voor Paul, mijn maatje in Yu Xi. De wereld is écht klein.


Ik kom in Kunming aan na een korte vlucht vanuit Jinghong. Alwaar ik Tian Tian achterlaat met een drukke agenda voor Wang Tian Shu. En Brian en Jo als onderhuurders van mijn appartement.


Daarvoor schrijf ik in Jinghong mijn eerste stukken voor Nuzakelijk.nl. Ik heb daar onder de “ondernemersblogs” een wekelijkse column van vijfhonderd woorden, mijn eerste echte schrijfwerk. Erg leuk om te doen. Jullie kennen de meeste verhalen al – ik hergebruik het hotel project en wat ik daarover schreef – maar het herschikken van de verhalen in zelfstandig leesbare stukken van vijfhonderd woorden met een rode draad er door heen slijpt mijn vaardigheden.


Ik baal van de regen en mis Jinghong.

Oost, west, thuis, ...

Wonderlijk hoe snel mijn kijk op mijn toekomst is veranderd de laatste weken. Van een toekomst als hotelier tot een toekomst als handelaar in versnellingsbakken, als would-be restauranteur, als adviseur in thee-kringen en nu misschien als COO voor een tranformator fabriek. De kansen rijgen zich aaneen en het lijkt me allemaal leuk. En dat doet mijn opportunistische gemoed wel deugd moet ik zeggen. De grootste uitdaging lijkt het vinden van een enigszins betrouwbare en bestendige koers voor de komende tijd.


Dertien jaar, ...” antwoordt Alec op mijn vraag hoe lang hij al in China woont, “...eerst voor Siemens gewerkt en nu bij een voormalige klant van me uit mijn Siemens tijd.” Hij woont en werkt in Shanghai en komt naar Jinghong voor zijn lol. Zijn vrouw is Dai, de lokale minderheid die hier in Xishuangbanna in de meerderheid is. Zijn lol bestaat uit drinken met zijn schoonfamilie. Ik weet uit eerste hand dat de Dai er een fijne levenshoudig op nahouden. Eten en drinken staan daarin centraal. Tijdens ons bezoek aan zijn huis in een dorpje op drie boogscheuten van Jinghong is het goed raak. Er komt een grote fluitketel, nee, enorme fluitketel op tafel. Daar gaan drie zakken ijsklontjes in en vervolgens twaalf flessen bier. De ketel is echt enorm. Maar is na een half uur leeg...


Alec is de baas van een transformatorfabriek. We babbelen over onze wederwaardigheden in China en uiteraard ook over ons verleden en wanneer hij erachter komt dat dat verleden van mij wat management ervaring heeft opgeleverd raakt hij geïnteresseerd. “Wat ben je van plan de komende tijd?” vraagt hij me. Ik vertel hem over het restaurant, de versnellingsbakken maar vooral ook over de noodzaak om echt haast te maken met de taal wanneer ik terugkom uit Europa. Hij geeft me advies: “Leer die taal! Zodra je Chinees goed genoeg is voor alledaagse praatjes, bel me dan. Ik heb over een jaar of zo een COO nodig en misschien heb jij daar wel zin in?” Hmmm...


Wang Tian Shu Deli is waar ik mijn dagen doorbreng. Naast wat sporten dan. Er is het nodige mis met het restaurant en er moet derhalve gewerkt worden. Ik zet een nieuwe administratie op, Tian Tian is bezig met het onder controle krijgen van het personeel dat anderhalf jaar geen manager heeft gehad. Er ligt een hoop achterstallig onderhoud dat we stap voor stap aanpakken. En ik ben in gesprek met twee van de oprichters over het overnemen van hun aandeel. Voor weinig want er is alleen potentie, de cijfers over vorig jaar zijn krap aan zwart. Een beetje winst maken gaat een hoop energie kosten. Maar het zou me wel de basis bieden die ik zoek.


Tian Tian zal het echter de komende maanden alleen moeten doen want... het is zover! Ik heb mijn tickets geboekt en kom dus naar Europa. Dus, lieve volgers, na anderhalf jaar lezen over mij is de tijd weer daar voor een biertje, een goede maaltijd en een goed gesprek in eigen persoon. Half juli kom ik na een week reizen aan in Nederland. Zal wel druk worden want ik wil natuurlijk zoveel mogelijk mensen ontmoeten terwijl er ook gewerkt moet worden aan de versnellingsbakken en aan de opdrachten voor de theehandelaar. Leuk vooruitzicht. Ik plan twee tot drie maanden. Tot gauw.

Leven na het hotel

Eens zien wat ze gaan doen” zegt Paul, mijn pasgemaakte kameraad uit Yu Xi die in Jinghong is voor een paar dagen. We zitten op het terras van Wang Tian Shu, het restaurant waarvan Tian Tian sinds 1 juni de manager is en waarover ik nadenk om me er in in te kopen. De vier Chinese vrouwen, grote zonnebrillen, dure handtassen en hoge hakken, kijken naar ons. Twee laowai op een verder leeg terras. We zien ze nadenken, dan draaien ze om en komen het terras oplopen. Alleen door er te zitten vergroot ik de omzet al.


Zo langzamerhand begin ik te begrijpen waarom een groot deel van de buitenlanders die in Jinghong wonen er tijdens de zomermaanden tussenuit knijpt. Zelfs voor een notoire warm-weer-en-zon-liefhebber als ik – “Hoe heter hoe beter” is mijn van Maarten Ducrot gejatte lijfspreuk – wordt het hier wel een beetje gortig. Nog net te doen voor mij maar voor klimaat-normale Westerlingen moet het wel te veel zijn. Drukkend warm, heel vochtig en gelardeerd met flinke regenbuien. Vandaar de naam regenseizoen. Vorige week kreeg ik een van die buien over me heen terwijl ik van de sportschool naar het restaurant fietste. Ik werd doornat tijdens de anderhalve seconde die ik nodig had om een schuilplaats te lokaliseren. Mijn fiets de stoep opsturend wist ik dat ik een fout maakte. De tegels waar ze hier stoepen van bouwen worden door de regen spekglad en ik ging dan ook royaal op mijn plaat. Buikschuivend kwam ik tot stilstand voor de voeten van een aantal mensen die stonden te schuilen onder het afdak waar ik ook naar toe wilde. Het plan was om dat op de fiets te doen en niet op mijn buik maar dat plan mislukte dus. Kreeg daardoor wel de lachers op mijn hand maar opstaand zag ik dat het kettingblad een aardige hap uit mijn enkel had gezaagd. Omdat ik toch al doornat was ben ik maar manmoedig weer opgestapt en naar het restaurant gefietst. Waar bleek dat het met mijn enkel wel meeviel. Twee flinke krassen die goed schoongemaakt moesten worden – vies kettingvet in een wond laten zitten is geen goed idee – maar nadat dat gedaan was was het leed wel geleden.


De afgelopen twee weken stonden verder in het teken van nieuwe ideeen en nieuwe woonruimte. Ik woon sinds een paar dagen in een prachtig ruim appartement aan de rand van Jinghong, wel twee-en-halve kilometer van het centrum. Drie slaapkamers, twee badkamers, twee ruime balkons, grote luchtige woonkamer en een fatsoenlijke keuken. Voor omgerekend 120 euro per maand. Ik heb alle meubeltjes uit onze hotel-boedel overgenomen en er nog wat bij gekocht zodat ik meteen lekker en comfortabel woon. Voelt goed, mijn eerste eigen woonruimte sinds anderhalf jaar. Aangezien het allemaal wel in China is ben ik zeker nog een week of twee onderweg voordat de badkamers en de keuken lek-vrij zijn maar dat deert niet. Blijven lachen is daar het devies.


Qua ideeen is de ontwikkeling dat ik mij heb gecommitteerd aan het restaurant, ofwel voor winstdeling in ruil voor mijn arbeid ofwel koop ik me in. Naast restaurant is het een bakkerij en delicatessengroothandel. De potentie is daar, de eerste twee jaren dat ze in bedrijf waren werd er goed omgezet en verdiend, de twee jaren erna niet meer omdat het aan management ontbrak. De locatie is niet geweldig voor een restaurant maar dat kan veranderd worden. De bakkerij- en groothandelsfunctie is wat het echt interessant maakt. De keuken is ongeveer net zo groot als het restaurant en kan desnoods honderden kilo's brood, gebak, ijs, jam en andere Europese heerlijkheden per dag produceren. Nu wordt er twee kilo per twee dagen gemaakt. En daar wordt break-even mee gescoord. Potentie genoeg dus. De belangrijkste uitdagingen zijn marketing en verkoop weer oppakken en de boel technisch draaiende houden in dit klimaat en met de matige beschikbaarheid van mensen die de apparatuur kunnen onderhouden of repareren. Leuke klus die me verder ook de tijd geeft andere dingen te doen.


Welke andere dingen dan?” hoor ik jullie denken. Wel, de eerste twee management opdrachten zijn onderweg. Onze advocate van het hotel-project, Xu Ying, is binnen Taetea Company verantwoordelijk voor het opzetten van een internationale tak en ik ga helpen met de business planning daarvan. Althans er een pitch voor maken en dan zien wat er van komt. Taetea is de grootste Pu'Er theehandel van China. Ze hebben 1.500 retail outlets in China plus een grote wholesale afdeling en het wordt tijd voor een grote Chinese speler op de internationale theemarkt vinden ze. En onze research laat zien dat ook anderen in Europa en de USA dat vinden. Ik ga dat samen met Brian en Jo doen, zij de marketing, ik de rest. Leuke klus voor de zomer. Na de zomer ben ik in de race voor een project rondom training. Taetea werkt aan een deal met Confucius College, zeg maar The British Council of Academie Francaise van China. Confucius College biedt informatie en trainingen aan op het gebied van Chinese cultuur en Taetea wil daar thee-cultuur aan toevoegen. Goed idee, gezien alle aandacht die er tegenwoordig is voor China in het algemeen, thee in het algemeen en Pu'Er thee in het bijzonder. Daar moeten Westerlingen voor opgeleid worden die de trainingen wereldwijd kunnen verzorgen en Xu Ying draagt mij voor om dat project te leiden. Kandidaten vinden, trainingsfaciliteiten organiseren. Dus een kunstje dat ik wel zou moeten kunnen gezien mijn verleden.


Nu is het wel zo dat de zomermaanden een beetje druk lijken te gaan worden. De versnellingsbakken van Mike Suh lijken in een stroomversnelling te komen en dat gaat ook de nodige tijd vragen - catalogus en prijslijst maken, de boel gecertificeerd krijgen voor Europa, distributeurs en resellers zoeken. Verder heb ik besloten om een consultancy bedrijf te starten. Dat geeft mij een werkvergunning voor China zodat ik enerzijds van het visumgedoe af ben en anderzijds legaal centjes kan verdienen in China. Die werkvergunning moet ik wel gaan ophalen in Nederland. Daarnaast is mijn paspoort op, in die zin dat alle visapagina's gebruikt zijn dus ik moet een nieuwe gaan halen. Ofwel in Beijing, ofwel in Nederland. Allemaal goede redenen om maar weer eens naar Nederland te komen. Half juli loopt mijn huidige visum af en dan is het zover... na anderhalf jaar weer eens naar Europa. Spannend.

Tja...

Wachten. Normaal gesproken niet mijn favoriete bezigheid maar ze laat me regelmatig wachten. Plannen maken en je er aan houden is een onbekend fenomeen in China en dat geldt ook voor de omgang tussen jongetjes en meisjes. Een goede test om te zien of ik daadwerkelijk wat heb geleerd de afgelopen maanden. Rustig blijven. Ik wacht graag op haar want de beloning is er naar, ze is een heerlijke vrouw en we lachen veel. De laatste dagen voor ik naar Kunming vlieg brengen we grotendeels samen door. Joachim, Brian en Jo zijn er een paar dagen tussen uit voor een bezoek aan een liefdadigheidsproject in een stadje halverwege Jinghong en Kunming zodat Tian en ik het rijk alleen hebben. Alle taalbarrieres ten spijt hebben we veel lol. Misschien ook juist wel door die taalbarrieres. Ik werk ernaast ook nog wel eens wat aan de hotelplannen en ren tussen de bedrijven door mijn kilometers op de loopband voor het halve marathon schema waar ik mezelf op heb gezet als tegenwicht tegen alle biertjes. Alhoewel het hier zo langzamerhand wel wat te warm wordt voor anderhalf uur rennen.


Het verhaal rond de Duitse paspoort kopien begint ondertussen slapstick-achtige vormen aan te nemen. “Het kost een vermogen en duurt ergens tussen de twee maanden en de rest van ons natuurlijke leven” schrijft Brian in een van zijn verhalen. Naar het zich nu laat aanzien zullen ze nu snel hier zijn. En da's maar goed ook want onze huisbaas begint weer onrustig te worden. Zodat ik naar Kunming ben gevlogen voor overleg met onze advocate en consultant om daarna met hen naar Dali te vliegen voor een volgend overleg met Meneer Li en het tekenen van een nieuw contract met daarin de jongste afspraken. Er verandert niet veel, alleen kijken we tegen een of twee maanden vertraging aan omdat de huisbaas pas de eerste jaarhuur accepteert nadat het bedrijf geheel is opgericht. En dat duurt twee tot vier maanden nadat de paspoort kopien zijn aangekomen. En wij mogen uiteraard geen muren of badkamers gaan slopen totdat alle papieren getekend zijn. Het goede nieuws is dat ik nu zo'n beetje kan beginnen aan het maken van een nieuwe planning waarvan we de meeste deadlines kunnen beinvloeden. Zodat die planning wat betrouwbaarder zou moeten worden. Als alles goed gaat in Dali.


Naast gesprekken met advocaten en adviseurs heb ik in Kunming Koninginnedag gevierd met de Nederlandse gemeenschap daar in de buurt. De meesten werken in de bloemenindustrie in Chenggong, een half uur rijden ten zuiden van Kunming. Veel visitekaartjes uitgedeeld en aan iedereen die het maar horen wil uitgelegd wat we aan het doen zijn in Jinghong. Maar toch weer een beetje hetzelfde gevoel opgelopen dat ik in Shanghai opliep ten aanzien van de professionele expat gemeenschap. Er loopt een aardige diepe kloof tussen mensen die puur voor werk naar China komen en mensen die komen vanuit een meer levensstijl-gedreven keuze. Ik heb moeite met het omgaan met de “professionals”. Hun houding ten aanzien van China en Chinezen bevalt me over het algemeen maar matig. Ik vind dat - ongeacht de reden waarvoor je naar China komt - je je in ieder geval als een gast hebt te gedragen en dat doen er velen niet. Maar uiteindelijk dient het hotel gemarket te worden dus ik neem het meestribbelend voor lief.


Ook Mike Suh, die van de versnellingsbakken, stond weer eens op de agenda. Ik bezoek hem in zijn fabriek in Haikou iets ten zuiden van Kunming. Zijn productie begint serieuzere vormen aan te nemen volgens hem en ik wil zien wat dat precies inhoudt. En ik moet nieuwe afspraken maken met hem, onze eerste deal is inmiddels verlopen en ik wil die vernieuwen. Ik geloof nog steeds dat het een aardige sidetrack is naast het hotel om wat centjes te verdienen en ik vind het vooral leuk dat ik dat samen met Igor kan doen. Dus ik blijf er tijd aan besteden. De tweede batch met prototypes is zo'n beetje klaar voor nieuwe testen in de States en als dat allemaal goed gaat kunnen we daarna de boel certificeren bij TUV in Duitsland en resellers gaan zoeken in Europa. Mike heeft inmiddels de hele productie naar China overgehaald en bij Fei Long in Haikou drie gebouwen toegewezen gekregen. Die hij vooralsnog heeft gevuld met engineers die dynamische 3D-renderings van zijn versnellingsbakontwerp maken. Om zodoende alle ontwerpfouten eruit te kunnen halen. Het waren precies die ontwerpfouten die de eerste batch met prototypes ongeschikt maakten voor produktie. Volgens hem is de boel nu klaar voor nieuwe testen en zouden er alleen nog produktie en assemblage fouten in kunnen zitten. We zullen zien.


Een van de redenen waarom Tian me regelmatig laat wachten is het feit dat ze getrouwd is en zich begrijperlijkerwijs niet helemaal relaxt voelt onder het idee met mij samen te zijn terwijl ze nog getrouwd is. Dus ik was blij om te horen dat ze heeft besloten niet terug te gaan naar Taipei en haar man. Voordat jullie nu gaan denken dat ik hier huwelijken sloop, zij was in haar eentje op reis gegaan omdat ze niet gelukkig was met haar man en haar huwelijk. Een huwelijk waar ze instapte na haar man een week te kennen. Raar in onze ogen maar begrijpelijker in de Chinese situatie. De deadline voor trouwen is 25 voor een vrouw en die deadline is aardig hard in de beleving van met name de meeste Chinese ouders. Zodat de druk vanuit familie om te trouwen erg groot kan worden. Om vervolgens te belanden in een liefdeloze relatie. Het was vanaf het begin duidelijk dat ze al een tijdlang weinig aandacht, genegenheid en warmte in haar leven had gehad. Blij dat ik daar wat aan mag veranderen. Toen we op een avond met haar vrienden op stap waren werd ik met de neus op een intrigerend fenomeen gedrukt, voortkomend uit het belang dat Chinezen hechten aan “gezicht”. Haar vrienden mochten natuurlijk niet weten dat we samen zijn. Alleen “weten” kent hier verschillende niveaus. Feitelijk mochten ze het wel weten, zolang het maar ontkenbaar blijft. Voorbeeld: terwijl we met haar vrienden zijn is zoenen natuurlijk uit den boze, omhelzen ook. Maar aanraken en knipogen mag weer wel. Zodat haar vrienden natuurlijk precies aanvoelen wat er loos is maar er “officieel” niets aan de hand is.


Op naar Dali dan vanuit Kunming. Vliegen om zeven uur 's ochtends is niet heel erg leuk maar het moet maar want om negen uur worden we verwacht bij Meneer Li op kantoor. Wanneer we aankomen bij zijn paleis-achtige project in Dali staat hij bij de poort te praten met een paar van zijn medewerkers. Hij ziet er bezorgd en oud uit. Xu Ying en ik kijken elkaar aan en we weten eigenlijk vanaf dat moment al dat het heel erg moeilijk gaat worden. Wij komen met geen andere boodschap dan wat we drie weken daarvoor in Jinghong hebben afgesproken maar dit is China. Je bent nooit uitonderhandeld, zelf niet wanneer je uitonderhandeld bent. Wij hebben de dagen ervoor wat rondgevraagd onder mensen die Meneer Li kennen en we weten dat hij moeilijkheden heeft met de financiering van zijn project, hij heeft Jan en alleman om geld gevraagd. Hij brandt los wanneer we zijn kantoor binnenkomen. Xu Ying en Pietro, de Italiaan die voor CMS werkt en onze belangrijkste adviseur is voor het administratieve proces om ons bedrijf op te richten, luisteren aandachtig en vertalen voor me. Hij zegt problemen te hebben om zijn budget rond te krijgen, problemen die hij kan oplossen door de resterende hypotheekruimte binnen de op “ons” hotel verleende hypotheek te gebruiken. Maar als hij dat doet kan hij de toezegging die hij ons deed om het hotel van het hypotheekrisico te bevrijden niet nakomen. En omdat hij geen enkel plan heeft hoe dat geld ooit weer terug te verdienen loopt hij grote financiele risico's. Daarnaast komt hij terug op de belofte die hij ons deed het pand voor zijn rekening in overeenstemming te brengen met de geldende brandveiligheidsvoorschriften. Omdat daar een externe brandtrap voor aangelegd moet worden was dat een belangrijke toezegging voor ons want binnen ons budget is daar geen ruimte voor. Binnen het zijne kennelijk ook niet meer. We praten er over heen en weer, hij blijft hameren op de politieke risico's die hij loopt door samen te werken met laowai – zijn manier om ons een gezichtsverlies-loze uitweg te bieden denken we - wij blijven hameren op zijn toezeggingen en na een tijdje wordt het beeld duidelijk. Hij wil inderdaad van ons af. En wanneer hij de brandtrap niet aanlegt en de hypotheek niet van het pand haalt wil ik ook van hem af.


Ik neem Xu Ying en Pietro apart en we spreken de te volgen strategie door. Wij hebben weliswaar een contract met hem aangaande de aanbetaling maar... dit blijft China. Het is beter de relatie goed te houden en te kijken of we een situatie kunnen creeeren waarin wij ons uit de deal kunnen terugtrekken. Tegelijkertijd zal die situatie het voorkomen van gezichtsverlies voor Meneer Li moeten inhouden zodat hij ons de aanbetaling teruggeeft en mogelijk zelfs wat schade vergoedt. We besluiten hem niet te vertellen wat we willen en vertrekken zonder nieuwe afspraken. Teruggekomen in Jinghong moet ik aan mijn partners uitleggen dat we – in ieder geval voor nu – dit gebouw moeten vergeten. Een harde boodschap. Een moeilijk weekend volgt met veel gesprekken, leuke en minder leuke. Ik merk dat Joachim een voorschot neemt op het ontlopen van zijn en Nico's aandeel in de eventuele verliezen maar ga er niet op in. Dat heeft geen zin tot het daadwerkelijk zo ver is dat er afgerekend moet worden. En hoeveel centjes dit avontuur aan verlies oplevert hangt sterk af van onze toekomstplannen. Indien we besluiten door te gaan met onze plannen en alleen een ander gebouw gaan zoeken, valt het verlies wel mee. Veel van de uitgaven en het werk dat we hebben verzet is niet gebouw-specifiek. Als we besluiten de hele boel af te blazen zijn al het werk en alle uitgaven voor niets geweest. En er zitten nog mogelijkheden tussen die twee uitersten in ook.


Brian, Jo en ik zijn er snel uit: wij blijven Jinghong als onze basis houden en blijven open voor een ander pand. De marktomstandigheden zijn wat ze zijn – goed - en wij weten wat we willen – een hotel in Jinghong – dus da's een no-brainer. Voor Joachim en Nico ligt dat misschien anders, die zijn met name aan boord gekomen voor de potentie van dit gebouw dus die hebben zeker meer tijd nodig om te beslissen wat ze willen. Geen probleem, niemand heeft haast. Brian en Jo hebben ondertussen via Xu Ying een groot schrijfcontract binnengehaald en ik ga kijken of ik mijn Nederlandse kunstjes ook in China kan vertonen. Dus ik herschrijf mijn c.v. naar Chinese omstandigheden en ga de komende tijd de markt op. Mede daarvoor ben ik weer teruggeweest in Kunming voor nieuwe afspraken met onze adviseurs van CMS. Die hebben een breed netwerk aan klanten in Zuid- en West-China en we gaan eens kijken of daar ergens clubs met moeilijkheden tussen zitten waar ik misschien een helpende hand kan toesteken.


De afgelopen weken hebben we dus langzamerhand in ons hoofd afscheid genomen van “ons hotel”. Totdat we een paar dagen geleden via via de boodschap krijgen dat er wellicht toch nog wel wat te regelen valt met Meneer Li. Hui Dong, een plaatselijke onderneemster met wie ik de afgelopen maanden een aardige relatie heb opgebouwd en die Meneer Li goed kent omdat ze in het verleden een deel van het hotel van hem heeft gehuurd, spreekt ons aan. Ze zegt dat Meneer Li niet zoveel te verwijten valt en ons ook niet. Het ligt allemaal aan onze vertaalster en aan onze advocate volgens haar. Mijn eerste reactie is “flikker op”, we hebben het allemaal heel aardig gedaan en het is overduidelijk dat Meneer Li voor ons essentiele informatie achterhield en later terugkomt op de daarover gemaakte afspraken. Zij legt uit dat we er niet op de juiste manier naar gevraagd hebben en hij het dus niet heeft verteld. Kwestie van verschil in cultuur. Dat onze advocate had moeten aanvoelen. Hmmm... kan best wat inzitten maar het lijkt er meer op dat het leggen van de verantwoordelijkheid bij Xu Ying en Xiao Tian – respectievelijk onze advocate en vertaalster – de mogelijkheid creeert voor Meneer Li om weer in gesprek te komen met ons met behoud van “gezicht” voor zowel hem als ons. Of om een situatie te creeren waarin hij ons de aanbetaling terugbetaald zonder verder over de door ons geleden schade te willen praten. Over en weer valt niemand toch wat te verwijten? En over die mogelijkheden gaan wij de komende dagen maar eens nadenken. Willen we het nog wel met Meneer Li? Hoeveel toekomstig gedoe halen we ons op de hals door weer met hem te gaan onderhandelen? Gaan we de hele deal opnieuw uitonderhandelen? Dat kan betekenen dat we eerst weer een paar maanden praten voordat we iets kunnen gaan doen. Willen de Duitsers nog steeds meedoen? Zo niet, zullen we andere investeerders moeten vinden want het project is te groot voor ons drieen. Maar Meneer Li lost dat voor ons op door ons te bellen met de mededeling dat hij een nieuwe huurder heeft gevonden en ons op 5 juni de aanbetaling teruggeeft op voorwaarde dat wij dan het pand verlaten. Ik ben dus op dit moment druk in de weer met het zoeken van een appartement. Verder vraagt hij ons om huur te betalen over de afgelopen maanden. Wij vragen hem daarop onze schade te vergoeden. Wij leggen hem uit dat zijn optreden ons de nodige centjes en vier maanden van ons leven heeft gekost. Waarop hij inbindt en we afspreken volgens goed Chinees gebruik: “Goed begin, goed einde”. Jinghong en zelfs Yunnan zijn kleine gemeenschappen en wij willen geen vijanden creeren waar het niet nodig is. En het is eigenlijk nooit nodig dus nu ook niet. Maar ondertussen ga ik, nadat we de aanbetaling in onze zak hebben, nog eens goed over onze geleden schade en het verhalen daarvan nadenken. Als Chinezen terug mogen komen op belangrijke afspraken, mag ik dat ook. ' When in Rome, do like the Chinese do'.


Zowel Brian en Jo als ook ikzelf hebben andere opties naast een hotel. Ik kan me goed voorstellen dat ik in de zomer naar Europa kom om te kijken of ik een distributiekanaal voor de versnellingsbakken van Mike kan opzetten. Daarnaast is het samen met Tian Tian runnen van het restaurant van een Zwitser die ermee in de problemen zit hier in Jinghong een optie, evenals het vinden van een interimmanagement- of adviesopdracht ergens. Waarvoor de eerste kandidaat zich al heeft gemeld in de vorm van een grote theehandelaar met internationale expansiedrift waarvoor Westerse management expertise nodig is. En Brian en Jo denken er over zich een tijdje in Kunming te vestigen om zich te kunnen concentreren op de schrijfopdracht die ze hebben gekregen. Het hotel gaat er komen maar misschien maar wat later en misschien ook maar wat kleiner. Ik blijf in ieder geval tot nader order in Jinghong samen met Tian Tian, ik vestig er een bedrijf om me van een werkvergunning te voorzien zodat ik van het visagedoe af ben en ik legaal centjes kan verdienen in China. En blijf ondertussen uitkijken naar een ander pand. Zodra ik een appartement heb gevonden.

Daar gaan we weer hoor!

Ze zegt de lunchafspraak die we hebben af. Omdat ze ziek is. Kan gebeuren. Ik ga daarop met Brian de hort op om wat dingen voor ons appartement te kopen. Voornamelijk fans, het begint goed warm en vochtig te worden in Jinghong zo vlak tegen het regenseizoen aan. Je voelt de vochtigheid over de loop van een paar dagen toenemen, waarna plotseling – en meestal 's avonds – de ontlading volgt in de vorm van een fikse regenbui. De tijd tussen twee buien in wordt de komende weken steeds korter, totdat het een bijna dagelijks fenomeen wordt en vanaf eind juli vindt het omgekeerde plaats, wordt de tijd tussen twee buien in steeds langer. Om daarna weer een maand of zes, zeven geen druppel regen te zien.


Ik loop met Brian over straat wanneer ze smst. “Waar ben je?” Ik antwoord dat ik wat spullen aan het kopen ben. Ze klaagt dat ze geen eten thuis heeft, waarop ik natuurlijk aanbiedt wat langs te komen brengen. Nadat Brian en ik de gekochte spullen thuis hebben afgeleverd koop ik een “da tou” (letterlijk: groot hoofd), een tropische vrucht die voornamelijk door vrouwen wordt gegeten en neem een taxi naar haar huis. Ze lijkt blij me te zien en omhelst me. Vraagt me binnen te komen in het grote, witte en luchtige appartement. Ze is alleen.


Ze lijkt niet zo heel ziek en ziet er huiselijk uit in haar witte joggingbroek, envenzo witte blouse en roze plastic slippers. Haar opgestoken haar doet haar gezicht recht. Wanneer ze later haar haar losgooit, iets wat ik haar nog niet eerder zag doen, doet dat haar overigens nog veel meer recht. Een computer en twee iPhones met Google Translate en Pleco, mijn electronische woordenboek, doen wederom hun werk. Maar ook mijn Chinees wordt zienderogen beter, de druk om met haar te converseren doet me wat dat betreft goed.


Waar is je zus?” vraag ik haar omdat ik denk dat het appartement van haar zus is. “Die woont in Menglun”, zegt ze, “dit is het appartement van mijn vader en moeder.” Die ook een huis hebben in Ganlanba, dertig kilometer de Mekong af. Het beeld wordt langzaam duidelijk, haar familie zit niet verlegen om centjes. Vandaar de merkspullen en de stijl. “Mijn vader is vandaag naar Ganlanba gegaan, mijn moeder woont altijd daar, mijn vader soms hier voor zijn werk.” Vandaar dat ze alleen is. Ik klaag daar niet over en kijk haar aan. Voel aan haar voorhoofd. Dat een beetje warmer is dan het zou moeten zijn dus ze is wel degelijk koortsig. Wanneer ze op de bank gaat liggen ga ik naast haar zitten en strijk haar haar naar achteren. Ze kijkt ook mij aan. Lang. De avond ervoor bracht ze mij met een taxi thuis en durfde ik haar niet te kussen. Ik smste haar later dat ik dat wel wilde maar niet durfde. Ik kreeg een smiley terug. Dus nu durf ik het wel. En doe het.


Ik moet gaan” zeg ik tegen haar. We hebben vanaf de eerste zoen de rest van de middag doorgebracht met babbelen en meer zoenen. “Ik heb een vergadering over onze website.” “Kom je daarna naar MeiMei's?” vraagt ze me. “Zeker.” Wanneer ik daar een paar uur later het terras op loop schiet Xiao Tian, onze tolk en lerares, me aan. “Ze zit binnen en ik moet zeggen, ze is heel erg leuk, leuker dan ik eerder dacht.” Xiao Tian en ik hebben een soort broer-zus verhouding ontwikkelt de afgelopen weken en ze helpt me met de vragen die ik heb over hoe om te gaan met Chinese vrouwen. Maar ze keurt meestal mijn smaak af, zoals het een zus betaamt. Deze keer dus niet. Ze lacht naar me wanneer ik zeg dat ik dan maar snel naar binnen loop. “Veel plezier vanavond!” zegt ze met een twinkeling in haar ogen. Tian Tian zit aan een kleine tafel met haar haar los.


Joachim, met wie ik naar MeiMei's kwam, komt naar ons toelopen met een Duitser die de afgelopen week in Jinghong was in zijn kielzog. “Kan ik je een minuutje storen, Dirko vertrekt vandaag en wij willen wat aan je voorstellen.” “'Tuurlijk.” Met frisse tegenzin volg ik hen naar een andere tafel. “Een guesthouse moet je leven”, Brian's uitdrukking schiet me door het hoofd. Ik wil maar een ding en dat is met Tian Tian babbelen maar de zaken gaan voor het meisje. Joachim en Dirko vertellen me over hun plannen. Dirko is filmmaker en wij hebben het plan om op onze website op termijn een soort feuilleton over het hotel te creeren. Artikelen van Brian's hand, foto's, film, video art, het moet allemaal een plaats krijgen. Brian gaat verhalen die we in het feuilleton willen vertellen veroorzaken door het organiseren van evenementen. Het idee is om Dirko een tijdlang bij ons te laten wonen nadat we het hotel hebben overgenomen en hem een documentaire over The Balcony te laten maken. En korte filmpjes voor onze website. Hij laat me wat van zijn werk zien en dat ziet er goed uit. Met beperkte middelen maakt hij onderhoudende, artistieke films. De deal is kost en inwoning en naast filmen ook schilderwerk doen, Dirko is schilder van professie en met een vloeroppervlakte van 2.500 vierkante meter hebben we aan schilderwerk geen gebrek. Chinezen mogen het lopende band schilderwerk doen, Dirko het meer gespecialiseerde werk. Goeie deal voor hem, goeie deal voor ons. Ik ben dus blij met Joachim's initiatief. Maar ook blij dat ik na een half uur weer terug mag naar Tian Tian.


Na een minuut of wat gebabbel vraag ik haar of ze het hotel wil zien, met name het dakterras op de zevende verdieping dat erg mooi is 's avonds. Uitzicht over prachtig verlicht Jinghong. Ze knikt. We stappen in een taxi en op de achterbank zoent ze me. Het vertonen van affectie in aanwezigheid van andere mensen is ongebruikelijk in China maar taxi chauffeurs zijn kennelijk uitzonderingen. Op het dakterras omhelzen we elkaar en genieten van het uitzicht. Draaien rondjes om elkaar heen, we dansen zonder muziek.


Ik moet naar huis.” Het is drie uur 's nachts en na een tijdlang op het dakterras te hebben gezeten zijn we naar beneden gegaan naar mijn kamer. Terwijl we daar zijn komen Brian en Jo thuis, we horen ze in de woonkamer praten, Brian zet muziek op. “Ik kan niet slapen hier, ik moet naar huis.” Ik vraag niet waarom want dat meen ik wel te snappen en breng haar naar de grote weg waar taxi's af en aan rijden, zeker 's nachts. Ze stapt in, zwaait en glimlacht.


Waar heb ik dit allemaal aan verdient?” vraag ik Brian de volgende ochtend, denkend aan hoe prachtig Tian Tian is en geen antwoord verwachtend. “ 's Effe kijken, je hebt het grootste deel van je volwassen leven besteedt aan je eigen ontwikkeling, persoonlijk en qua werk, ondanks alle moeilijkheden onderweg, je hebt daarna het besluit en het risico genomen om de halve wereld over te reizen naar een nieuwe toekomst waar je overduidelijk een stuk gelukkiger van wordt, je bent bezig het meest hippe bedrijf van Yunnan op te zetten en je hebt de afgelopen maanden een paar honderd uur in de sportschool doorgebracht. Lijkt me duidelijk...”. Het maakt een lach in me los. Ik ben trots op zijn antwoord.


De dag erna zien Tian Tian en ik elkaar 's avonds op het terras van Mekong. Ze moest de dag doorbrengen met haar familie en het was de bedoeling elkaar niet te zien. Wanneer ze me via sms vraagt waar ik ben besluit ze te komen. We spreken af de volgende dag een motorritje naar Menghai te maken. Na een tijdje gebabbeld te hebben met Joachim en een vriendin van hem breng ik haar met de taxi naar huis en in de taxi zoent ze me weer hevig. Op het terras van Mekong ging dat niet en ik ben blij met de uitzonderingspositie van taxi-achterbanken. Wanneer ik thuis kom komt ze online op Skype. We chatten een tijdje en zetten samen de wekker voor de volgende ochtend. Ik sluit af en val in slaap. Waarschijnlijk met een grote glimlach op mijn gezicht.


De volgende ochtend regent het. We besluiten niet te gaan. We smsen wat, babbelen even op Skype, zij besluit door te slapen, zeer Chinees, en ik moet aan de cijfers om het businessplan te updaten met de jongste informatie. Maar voordat ik dat doe eerst rennen en gewichten. Het hoofd moet leeg. Ze is getrouwd, ze is Chinees en derhalve voor mij heel moeilijk doorgrondelijk zodat ik geen idee heb wat ze van me wil, we raken snel geinteresseerd in elkaar voor meer dan spielerei alleen en ik heb vrienden maar bovenal mezelf beloofd me hier niet in te verliezen en dat ga ik dan ook niet doen. Er kan alleen wat van komen indien zij eerst haar situatie regelt. Maar me er niet in verliezen wordt wel een uitdaging. “Oeioeioei...”, denk ik bij mezelf, “...waar begeef ik me nu weer in?” En die vraag is natuurlijk een terugkerend fenomeen in mijn leven, zeker de afgelopen tijd rondom de vrouwen die mijn leven binnenwandelen. En zoals met alle terugkerende fenomenen dien je die te onderzoeken. Door mijn ontmoeting met Sophie was ik gedwongen dat te doen en ik mag het geleerde drie maanden later al in de praktijk brengen. Ik voel me gezegend. Zodat ik dit verhaal net als sommige eerdere verhalen weer afsluit met de opmerking: ik ben blij. De komende tien dagen gaan in ieder geval leuk, interessant en spannend worden. En dat het dan ook misschien weer een beetje moeilijk zal worden hoort er dan maar bij.

Van huisbazen en Shanghai

'Mei you wen ti'. Deze keer ben ik het die het verlossende woord spreek. Het is het einde van drie en half uur onderhandelen met Meneer Li. Die ons twee dagen daarvoor verraste met een onaangekondigd bezoek omdat hij onzeker was geworden over de voortgang van het opzetten van ons bedrijf. Erg dom van me om dat niet te onderkennen, ik behoor in ons team toch de specialist te zijn in het rustig houden van stakeholders. Ik geef de schuld aan de taal- en cultuurbarriere maar dat is hoogstens een oorzaak, geen excuus. We zijn twee maanden verder en al onze voortgang is onzichtbaar voor hem. We boden hem eerder aan regelmatig te rapporteren maar dat vond hij toen niet nodig. Nu boemerangt dat terug.


Na twee uur heen en weer gepraat over allerlei ondergeschikte zaken, Meneer Li bleef weigeren de twee grote issues die wij zelf in te brengen hadden te bespreken, kwam de aap uit de mouw - Meneer Li's angst voor eventuele politieke consequenties van samenwerken met ons “laowai” was reden voor hem om te overwegen de samenwerking te beëindigen. We mochten eens spionnen zijn... Brian maakte dit punt eerder mee in het samenwerken met Chinese zakenmannen en hij herkent het probleem zodra onze advocate Xu Ying begint de woorden van Meneer Li te vertalen. Terwijl zij na de vertaling weer druk in gesprek is met Meneer Li, fluistert Brian me in: 'Biedt hem aan om hem kopien van alle officiële documenten die wij indienen bij de overheid toe te sturen. Je zult zien dat het probleem dan is opgelost.'


Zodra de overheid groen licht geeft, of ingeval van China een rode stempel, is de burger gerust. Zo ongeveer. In een compleet verpolitiekt land als China, zeker gezien vanuit het standpunt van een oudere zakenman die zijn geld heeft verdiend binnen dat systeem en dan ook nog eens voornamelijk aan overheidsrelaties, is het een zeer begrijpelijk standpunt. En Brian had gelijk, zodra ik het voorstel doe zien we Meneer Li's houding veranderen. Was hij voor dat moment zenuwachtig, hij zat te schuiven in zijn stoel, aan zijn riem te plukken, zijn ogen schoten heen en weer, na dat moment was hij weer de Meneer Li die we kennen. Rustig, bedaard, zeker van zichzelf. Een vreemde gewaarwording, zo'n enorme verandering in de houding van een ervaren zakenman. Het geeft waarschijnlijk de diepte van zijn zorgen aan en ik denk dat wij blij mogen zijn dat hij ons nog de kans gaf zijn zorgen weg te nemen.


Na onze toezegging kwam Meneer Li ook over de brug. Zoals steeds is gebeurd. Hij geeft ons extra tijd om het bedrijf op te zetten, tijd die we dankzij onvoorspelbare bureaucratische stappen hard nodig hebben. De eerste stap in het administratieve proces is het organiseren van “gelegaliseerde kopien paspoort” van alle vijf de investeerders en dat bleek meteen een ingewikkelde, tijdrovende en dure aangelegenheid. Stap een: met onze paspoorten naar onze respectievelijke ambassades in Beijing om er gecertificeerde kopien van te laten maken. Gelukkig hadden Joachim en Nico dat in Bangkok al gedaan toen ze daar waren, voor die van mij, Jo en Brian is Brian naar Beijing gevlogen. Stap twee: de kopien naar onze vaderlanden sturen voor legalisering door de Ministeries van Buitenlandse Zaken aldaar. Stap drie: met de gelegaliseerde documenten naar de Chinese ambassade in onze vaderlanden voor certificering. Stap vier: de documenten terugsturen naar China en indienen bij de lokale overheid. Onze moeders zijn er maar druk mee geweest en in geval van Duitsland bleek het niet te regelen zonder dat er iemand voor naar Duitsland vloog. Nico moest in ieder geval nog terug om andere zaken af te handelen dus hij is de gelukkige die het in Duitsland mag regelen. Het proces heet “investor name pre-approval” en is de toegangspoort voor het opzetten van een bedrijf. Zonder die kopien gebeurt er hier niets.

Naast de extra tijd die hij ons geeft om onze zaken op orde te krijgen, vertelt hij ons dat de uitbater van het restaurant in de tuin van ons hotel zich niet aan de afspraken met hem houdt. Hij wil graag dat wij het restaurant overnemen. Ik vertel hem dat wij geen budget hebben om nog eens 150.000 yuan extra aan huur op te hoesten. Wanneer hij dat argument van tafel wuift met de uitspraak 'Dan betaal je die huur toch achteraf' kijken Brian en ik elkaar aan. Enerzijds bevestigt dat ons gevoel dat het deze man niet zozeer om de centjes gaat maar vooral om bevrijdt te zijn van de zorg voor het pand. Belangrijk, gezien het feit dat hij het hotel verhypothekeert heeft en wij ons zorgen maakten over zijn financiele positie. Zijn falen in Dali zou ons het hotel in Jinghong kunnen kosten, de bank zou het onder ons gat vandaan verkopen. Dat punt wordt verder opgelost doordat hij toezegt de hypotheek over te brengen op een ander pand. Anderzijds biedt het ons de controle over het bijna het gehele gebouw, iets wat we graag willen maar eerder over twee of drie jaar hadden verwacht. En gewenst. Zodat het spreekwoord 'Pas op wat je wenst, straks krijg je het nog!' hier opgeld doet. Maar we hebben het restaurant de afgelopen tijd goed in de gaten gehouden en afgaand op de aantallen gasten die we zien moet er een positieve cash flow uit komen. Zodat we het risico kunnen nemen. Ik vertel hem 'Geen probleem!' en we lopen de deur van zijn kantoor uit, blij, heel erg blij.


De dag erna vlieg ik naar en Shanghai en mijn bezoekje aan die stad werd een geslaagde poging bevestiging te vinden waarom ik in Jinghong blijf. Ik ben in Shanghai neergestreken in het appartement van Agnieszka, een Poolse die ik een tijdje terug in Jinghong leerde kennen toen ze hier vakantie vierde van haar beslommeringen als fotografe in Shanghai. Midden in de French Concession zoals het heet, het centrum van de stad en het hart van het gebied waar de Fransen ooit begonnen handel te drijven met Chinezen. Het lijkt op Parijs met haar prachtige door bomen omzoomde lanen en in Franse stijl gebouwde huizen en er hangt eenzelfde cosmopolitische sfeer door de restaurants, lunchrooms, bars, clubs en boutiques, bevolkt door expats. Voornamelijk Fransen.


Ik had er vanaf het begin een haat-liefde verhouding mee. Genietend van de atmosfeer in de tuin van een heerlijk klein Thais restaurant zie en hoor ik mensen om me heen van het type “Tien jaar in China hoor, maar ik spreek geen woord Chinees en daar ben ik trots op!”. Tijdens een bezoek aan een club genaamd Manifesto - de eerlijkheid gebied me te zeggen dat Agnieszka me er voor waarschuwde maar ik moest het natuurlijk weer zelf ervaren, eigenwijze zak patat die ik ben – draaide mijn maag zich om door de sfeer die er hing. Precies dezelfde sfeer die ik in Utrecht vaak voelde in de cafe's rondom het Janskerkhof, plaatsen waar dertigers - ook die van in de veertig - hun vertier zoeken, en die ik in het verleden zo waardeerde maar nu vreselijk ben gaan vinden. Vermeerderd met de koloniale houding van de bezoekers die zich uitdrukt door alles wat Chinees is te beschimpen. Dus niet zo vreemd dat er werkelijk niet een Chinees te vinden was. “Prijsvraag: welk restaurant maakt de beste humus in Shanghai?” las ik in een van de vele expat glossies. Ehm... Mensen die naar China komen met maar een ding in hun hoofd en dat is hun levensstijl meenemen en hier voortzetten. Met een hoop meer besteedbaar inkomen.


Na vijf dagen rondlopen en de sfeer proeven, kleren kopen want ik moet er de komende tijd zeker in de contacten met de lokale overheid als “managing director” van The Balcony wel een beetje presentabel uitzien, en goed eten was ik blij dat ik terug mocht naar Jinghong. Terug naar mijn kleine en overzichtelijke leventje hier, in een rustig en zonnig stadje op het Chinese platteland waar ik steeds bekenden tegenkom wanneer ik er doorheen wandel, waar de Westerlingen die er komen altijd in vakantie stemming zijn en de lokale bevolking vriendelijk en lachend naar ons kijkt, waar inmiddels ons wildvreemde taxi chauffeurs al precies weten dat wij de laowai zijn die een hotel gaan beginnen en waar Tian Tian op me wacht.


Teruggekomen meld ik me in Mekong Cafe. Ik was er al een tijdje niet geweest behalve om wat interviews met sollicitanten af te nemen. De weken voordat ik naar Shanghai ging had ik wat mensen om me heen die liever naar MeiMei Cafe gaan, en Greg, de eigenaar, laat me dat voelen. Hij had verder het fantastische idee om LiQiang, mijn voormalige vriendin die naar Jinghong was gekomen om... tja, ik weet ook niet waarom, een baan aan te bieden. En dat moest natuurlijk gedoe opleveren. Ik zit er te praten met Xiao Tian – onze vertaalster en lerares Chinees en niet te verwarren met Tian Tian – en twee andere mensen, wanneer LiQiang aan onze tafel verschijnt en een scene maakt. Die eindigt met haar poging een glas bier naar me te gooien, ik weer het glas af dat vervolgens Xiao Tian tegen het hoofd raakt. Heel vervelend incident maar gelukkig geen ernstige verwondingen. Wel met het gevolg dat Greg haar ontslaat en ze Jinghong weer zal verlaten. Maar goed ook.


De dagen erna loop ik af en toe bij MeiMei binnen om te zien of Tian Tian al terug is van haar bezoek aan de provincie Jiangxi. Nieuwe hippe kleertjes aan, vers geschoren hoofd en een goed gemoed. Eergisteren was het zo ver, ze loopt het terras op samen met haar zus en gaat binnen zitten. Ik zit buiten aan een tafel met een stuk of tien mensen die een Hongkong kungfu film aan het schieten zijn. Een gekke Zweed uit Beijing, een mooie Israelische uit Kunming en zo nog wat meer samengeraapt volk zoals dat steeds weer gebeurt in Yunnan. Samen met “David the Destroyer” zoals hij nu door ons wordt genoemd. David is de Engelse journalist die mij interviewde voor een artikel van zijn hand over Jinghong en die ons in contact bracht met zijn editor bij de South China Morning Post. Het resultaat daarvan hebben jullie inmiddels gezien. David houdt van een glaasje en etentjes met hem lopen altijd uit op veel te veel baijiu. Vandaar zijn bijnaam. De derde in drie maanden. De eerste was “George”, een op het eerste gezicht wat rare bijnaam voor iemand die David heet maar hij lijkt een beetje op George Clooney. De tweede was Baijiu David en nu dus David the Destroyer.


Ik verlaat de tafel en schuif aan bij Tian Tian en haar zus. Lang leve Google Translate en iPhone4. De avond eindigt met de tijdens onze vorige ontmoeting afgesproken wandeling langs de rivier waarna ik haar met de taxi bij het huis van haar zus afzet. In tegenstelling tot onze eerste ontmoeting deze keer wel een prettig afscheid. Ze gaat met een dag of tien terug naar Taipei.

Google Translate en "the sticks"

'Ni shi yi ge ren ma', 'Ben je alleen?'. Het antwoord op die vraag ontgaat me voor het grootste deel maar ik begrijp wel dat ze inderdaad alleen is. Te midden van een hoop meer Chinees hoor ik haar namelijk zeggen: 'Wo de peng you qu chi fan', 'Mijn vriendin is gaan eten.' Ze glimlacht en gebaart me met haar slanke hand met goed verzorgde nagels tegenover haar te gaan zitten aan de tafel op het terras van MeiMei Cafe. Waarop zich een korte maar leuke conversatie in een steenkolenchinees-chinglish-combinatie ontwikkelt. Steenkolenchinees aan mijn kant, chinglish aan de hare uiteraard. Ik begrijp dat ze uit Taipei komt, haar zus, bij wie ze op bezoek is, in Jinghong woont en dat ze me al een paar keer eerder heeft gezien op het terras van MeiMei. Ik haar ook, de dag ervoor zwaaien we naar elkaar wanneer ze het terras op- en even later weer afloopt. Ik nodig haar uit wat te gaan drinken samen en ze accepteert die uitnodiging half. 'Ik zal hier wel zijn, als we elkaar tegenkomen drinken we wat', meen ik te begrijpen.

De dag erna heb ik twee interviews in Mekong Cafe voor de functie van 'general assistant' die we open hebben. We hebben iemand nodig die ons kan helpen met vertalingen van onze website, het hard copy marketing materiaal, die de chinese kant van de marketing op zich neemt en verder ook wel wat manusje-van-alles-werk zal moeten doen. Ik ben druk in gesprek wanneer ik een sms krijg van Paul, een Engelsman waar ik de dagen er voor mee heb rondgehangen en met wie ik snel een goede vriendschap lijk te hebben opgebouwd. 'Miss Gorgeous has been hanging around here for quite some time now...'. Opschieten met de interviews dus. Ik rond het tweede gesprek af en loop naar de buren. Ik ga op het terras bij Paul aan tafel zitten en kijk naar binnen waar ze alleen aan een kleine tafel zit met haar computer voor zich, oordopjes in. Ik bestel een biertje en wacht af of ze me ziet. Wanneer dat niet gebeurt loop ik naar binnen om naar de wc te gaan en ik groet haar. Ze kijkt op, begint breed te lachen wanneer ze me ziet en doet haar oordopjes uit. We maken een kort praatje over de film die ze aan het kijken is. Ik nodig haar uit aan onze tafel. Ze weigert.

Ik loop terug naar Paul en ga zitten, weet niet goed wat te doen. Ik heb een beetje een rare dag achter de rug en voel me niet heel erg rustig. Brian, Jo en ik zijn naar de Botanische Tuinen in Menglun geweest voor een afspraak over de samenwerking tussen The Balcony en de Tuinen in het kader van het organiseren van schrijvers- en kunstenaars retreats. Dat gesprek verliep enigszins teleurstellend. Wij hadden een intensievere samenwerking voor ogen maar de Tuinen laten het bij korting op alle faciliteiten, inclusief toegangskaartjes. En we mogen de Tuinen in ons marketing materiaal opvoeren als affiliation. Eigenlijk helemaal geen slecht resultaat maar een hele dag spenderen aan iets dat ook per email geregeld had kunnen worden voelt niet goed. Een uur heen en een uur terug in een warme bus, veel wachten in de Tuinen en een gesprek van vijf minuten aan het eind is eigenlijk teveel voor ons geduld. 'Go with the flow' zeggen we tegen elkaar en dat doen we.

Na een kwartier en een paar keer oogcontact loop ik terug naar binnen en spreek haar weer aan. Ze zet haar mooiste, goed geoefende glimlach aan en schuift onmiddellijk de stoel naast haar naar achteren, een uitnodigend gebaar makend. Ik ga zitten en we proberen een beetje te babbelen. Helaas is mijn vermoeide brein niet in staat enig samenhangend Chinees te produceren en het gesprek stokt totdat zij haar computer opent, Google Translate tevoorschijn haalt en begint te typen. Het begin van een drie uur durende Google Translate date. Drie uur grappen en grollen, serieuzere onderwerpen, veel inuendo naast zeer directe toespelingen op van alles en nog wat, lachen en oog- en armcontact, allemaalzonder meer dan een paar woorden te spreken. We hebben er beiden een hoop plezier in. Ze heet Tian, ze blijkt getrouwd maar te denken over scheiden - de reden waarom ze alleen op reis is - en is erg onderhoudend gezelschap. En de omschrijving van Paul aangaande haar verschijning is helemaal waar, ik geniet er van naar haar te kijken wanneer ze naar de bar loopt om een biertje te bestellen en laat haar dat weten. Prada schoenen, Louis Vuitton tas en het figuur om met haar korte, strakke jeansrok de aandacht tetrekken dieze verdient. We delen een paar biertjes terwijl ze me vertelt dat ze de komende tien dagen niet in Jinghong zal zijn wanneer ik haar uitnodig de avond erna een wandeling langs de rivier te maken. Maar dat gaan we doen wanneer ze terug is, ongeveer tegelijkertijd met mij. Ik ga volgende week een paar dagen naar Shanghai om een begin te maken met de marketing campagne voor The Balcony in de expat gemeenschap van China's grote steden. Wanneer ze haar computer afsluit en wegloopt kijkt ze me recht in de ogen en loopt weg zonder afscheid te nemen. Deze mevrouw is 'high maintainance', 'hard to get' en bespeelt me als een viool. Ik laat dat graag gebeuren. En ik heb geen telefoonnummer of emailadres gevraagd. Ik heb geleerd van mijn recente ervaringen.

De volgende dag is het feest. Ik voel me opgetogen over de tijd die ik met Tian doorbracht en het uitzicht van die dag is Dai New Year in het dorp van Sam. Ik was daar vorig jaar ook. Het was de gelegenheid waarbij ik Lily leerde kennen. Die mij tegenwoordig geen blik waardig keurt wanneer ik haar in het kleine Jinghong tegen het lijf loop. 'Who ever thought that by not forgiving someone, they suffer?' Lily lijkt meer gebukt te gaan onder haar keuze mij te ontlopen dan ik. Ik vind het jammer maar zit er niet mee, er gebeuren daarvoor te veel leuke dingen.

We wringen ons met zijn achten in een mian bao che, mini busje, om naar Mengyang te rijden. Het dorp van Sam's ouders ligt op twee boogscheuten van dat kleine stadje op het platteland van Xishuangbanna. Het is echt 'the sticks'. China's platteland is de enige plek die ik ken waar je met recht kan spreken over 'peasants' zonder het denigrerend te bedoelen. Het leven speelt zich af in het tempo van duizend jaar geleden met een paar moderniteiten als tractors en mobiele telefoons daar tussendoor gehusseld. Het is tegen twaalven wanneer de eerste fles bier opengaat. Het nieuwjaar wordt gevierd met eten en drinken. Lunchen van twaalf tot vier en dan diner van vier tot acht. We proosten met kleine glaasjes bier met ijs. Een Chinese man die bij ons aan tafel zit drinkt het meest van allemaal. Wanneer Brian aan me vraagt wie dat is, kijk ik hem verbaasd aan, verbaasd dat hij de man niet herkent. 'Het is onze chauffeur!' Brian's ogen worden groot en hij barst uit in een schaterlach. 'Dat kan alleen in China's Wilde Westen!'

Wanneer we naar het huis van een vriend van Sam lopen, daar aangekomen aanschuiven aan twee tafels, een binnen en een buiten, begint het drinken serieuze vormen aan te nemen. Xiao Tian, onze vertaalster, A Ying, de manager van MeiMei Cafe en A Chun, een van de eigenaressen van MeiMei, denken slim te zijn en verlaten de tafel op het terras waar we proosten met volle glazen bier voor de tafel binnen. Wanneer ze een half uurtje later weer naar buiten komen hebben ze alledrie een aardig kleurtje gekregen. Binnen bleek namelijk geproost te worden met zelfgestookte baijiu, de lévensgevaarlijke rijstjenever. Ook voor mij is er geen ontkomen aan wanneer ik aanschuif. Iedereen wil proosten met de grote laowai. 'Yi ban, yi ban', 'De helft, de helft' maar ik besluit dat aanbod te negeren en drink de hele inhoud van het kleine glaasje op. En maak daar vrienden mee, gezien het gejuich dat opklinkt wanneer ik het glaasje met een klap op tafel zet.

De chauffeur levert ons ondanks zijn drinken zonder kleerscheuren weer in Jinghong af alwaar ik meteen mijn bed inkruip. Voldaan, vrolijk en gelukkig.

De molen draait door

Beng! Een droge klap op onze voordeur. Als ik die daarop opendoe staat Meneer Wang daar, een meter zestig groot en evenzo rond. Hij zal een jaar of tien jonger zijn dan ik maar lijkt er tien ouder. Hij komt binnen en begint te praten. Met de subtiliteit van een stoomhamer zoals veel Chinezen doen. Hij is een bekende van Meneer Li, onze huisbaas, en heeft gewerkt als chef voor de brandweer van Jinghong en omstreken. Kent daardoor iedereen van betekenis binnen de lokale overheid en dat kan ons nog wel eens van pas komen. De avond ervoor heeft hij een diner afspraak tussen ons en een hem bekende aannemer afgezegd. Waarna hij er geen been in zag wel onze vertaalster te bellen en haar uit te nodigen voor een diner-a-deux. Vreemd.

Het is tien uur 's ochtends, ik ben net opgestaan na een late avond op 'the Strip' zoals ik Menglong Lu ben gaan noemen, de straat waar alle drie de op Westerlingen gerichte cafe's aan liggen. Brian ligt nog in bed, Joachim zit te werken. Ik wil net mijn bordje muesli gaan makenals hij voor de deur staat. In mijn pasgeleerde steenkolenchinees houd ik hem bezig terwijl ik tegelijkertijd probeer Brian te wekken om te komen vertalen. Meneer Wang blijft maar naar Xiao Tian, onze vertaalster, vragen. Om haar adres nota bene. Vertelt dat hij haar al een paar keer heeft gebeld. We verzinnen excuses om het adres niet te geven terwijl ik haar een sms stuur met het advies haar telefoon uit te zetten. Aangezien ze tot vier uur 's ochtends met ons heeft zitten praten en drinken weet ik dat ze waarschijnlijk nog ligt te slapen.

Meneer Wang doet de voordeur open en vraagt zijn maatje om binnen te komen. Meneer Zhang is even kort maar graatmager. Hij is een aannemer, oorspronkelijk uit Guangdong. Guangdongers staan bekend om hun harde werken, geen slechte eigenschap voor een aannemer. Brian vertelt ze wat er aan werk gebeuren moet. We hebben al een aannemer gevonden waar we veel vertrouwen in hebben maar een keuze uit één is geen keuze, spreekt de manager. Een uurtje later vertellen de heren ons dat we mee moeten gaan lunchen. We worden meegetroond naar een veel te grote, nieuwe en dure auto. In Nederland is het niet handig om een te grote auto te laten zien aan je opdrachtgever, hier is het een must. Via een lange omweg, ze zijn in Jinghong op zestien plaatsen tegelijk met de weg bezig, komen we aan bij een appartementencomplex. 'We gaan toch niet bij hem thuis eten?' vraagt Brian zich af. 'Kom binnen, kom binnen.' Het appartement is zeer Chinees qua stijl maar het werk ziet er goed uit, Meneer Zhang vertelt honderduit over hoe hij alles zelf heeft gedaan. En dat is natuurlijk de reden om ons hier binnen te brengen.

We eindigen in een Guangdong vis- en schaaldieren restaurant. Groot, veel marmer, kleurig beschilderde houten vissen hangen aan het plafond. We nemen plaats aan de grote tafel met de 'lazy Susie', een grote glazen schijf die draait. Daar komt het eten op, je draait de schijf totdat het gerecht van keuze voorbij komt. De Susie wordt overladen met gestoomde garnalen, gestoomde krab, een heel, heel erg grote gegrilde vis, een paar groentegerechten, een paar schalen noedels en een schaal extreem spicy beef. En een hoop bier. Het is dan twaalf uur. 'Oh shit, daar gaan we' zeg ik tegen Brian wanneer ik het bier zie komen. Geen ontkomen aan. De eigenaar van het restaurant wordt erbij gesleept om ons te vertellen hoe goed Meneer Zhang het restaurant wel niet heeft gebouwd. We worden tijdens de maaltijd door het restaurant heen gesleept om de private rooms te bekijken. En er moet natuurlijk geproost worden, veel en vaak. Zodat we twee uur later enigszins schommelend het restaurant verlaten.

Ondertussen wordt de druk om te beslissen over een naam groter. Via David, een Engelse journalist die in Jinghong is neergestreken, wordt ik geinterviewd voor een artikel over de snelle groei van het toerisme in Jinghong en Xishuangbanna. Het artikel is voor the South China Morning Post, China's grootste onafhankelijke krant, die in Hongkong wordt uitgegeven. Om voor de hand liggende redenen. En het is natuurlijk wel prettig om daar met onze uiteindelijke naam in genoemd te worden. Na een week of twee heen en weer gestuiter met allerlei ideeen en namen, blijft uiteindelijk The Balcony hangen. Het is een goede naam want uit een klein onderzoekje onder familie, vrienden en bekenden blijkt dat The Balcony precies het gevoel en het idee veroorzaakt waar we naar op zoek zijn: uitzicht, open atmosfeer, klein beetje 'sophistication'. Dus dat gaat ‘m worden.

Nadat we de interview vragen hebben beantwoord via een mooi en zeer 'gespind' verhaal, Brian en Jo zijn daar meesters in, vragen we David of hij ons kan helpen ons verhaal te verkopen aan de SCMP. Hij brengt ons in contact met een redacteur van het Post Magazine en Brian stuurt hem de eerste alinea's van het eerste verhaal dat hij schreef over onze wederwaardigheden. Om vervolgens terug te krijgen 'Ja, hoor, geen probleem. Schrijf maar twee double features, stuur foto's mee en het komt goed.' Feest in huize Balcony! Zesduizend woorden, foto's en als klap op de vuurpijl de toezegging dat de SCMP reisredactie een reviewer stuurt wanneer we open zijn. De eerste 'buzz' is een feit...

'Keep throwing stones at the protagonist', 'Blijf je hoofdpersoon bestoken met problemen'. Belangrijk onderdeel van een spannend verhaal. Naast alle mooie dingen komen de stenen die momenteel naar mij gegooid wordenaardig hard aan. Het gedoe met Sophie heeft grote impact maar levert nieuw inzicht in mezelf op, ik leer er een boel van. Daarnaast is de Bondsrepubliek Duitsland niet erg aardig voor ons, het verkrijgen van de zeer noodzakelijke gelegaliseerde kopien van onze paspoorten blijkt lastig te organiseren met de Duitsers. Er moet iemand voor naar Duitsland. Gelukkig moet Nico uberhaupt nog terug om dingen te regelen zodat hij dat kan gaan doen. Maar dat levert wel weer een hoop tijdverlies op. Onze huisbaas kan zijn vergunningen niet opzeggen omdat het restaurant er ook onder werkt. Zodat onze consultant en advocate veel extra research moeten doen naar hoe dit in goede banen te leiden. Wat extra centjes kost. Verder fungeer ik als 'da ge', zeg maar 'grote broer', voor onze vertaalster met liefdesverdriet, vraagt Brian een hoop aandacht doordat hij en Greg, de eigenaar van Mekong Cafe die ons zeer behulpzaam is, niet erg goed samengaanwanneer de heren beiden een glaasje op hebben, probeer ik tussendoor een halve werkweek te vullen met Chinees leren en train ik voor een halve marathon eind mei. En lol maken op 'the Strip' moet ook gebeuren. En dat telt als werk want het aan jan en alleman vertellen over onze plannen is een onderdeel van het creeren van buzz. Genoeg te doen dus. Ik heb een keuze gemaakt voor een ander leven. Een interessanter leven, maar beslist niet gemakkelijker.